Doorgaan naar hoofdinhoud
  • Uitleg
  • |
  • Leermiddelen
  • |
  • po
  • vo

Maken adaptieve leersystemen de leraar tot performance manager?

Digitale leermiddelen veroveren het onderwijs. Maar datagedreven systemen en pedagogische waarden staan soms op gespannen voet. Nemen adaptieve leerplatforms de regie van de leraar over? Wetenschappers manen tot kritisch denken en handelen. “Het onderwijs moet een eigen visie op technologie ontwikkelen en daarop sturen.”

Logo Kennisnet

Door de redactie

26 november 2021
6 minuten lezen

Adaptieve leersystemen geven inzicht in leren. Tegelijk dringen dashboards en algoritmen steeds verder binnen in de professionele ruimte van de leraar. Maar als het adaptieve platform sturend is, wie bepaalt dan de pedagogische waarden?

Mariëtte de Haan, hoogleraar pedagogiek aan Universiteit Utrecht, en Niels Kerssens, docent-onderzoeker digitale media en communicatie aan Universiteit Utrecht, spraken in oktober 2021 op een minisymposium over de pedagogiek van digitale leersystemen, georganiseerd door Kennisnet en Universiteit Utrecht. De wetenschappers willen de impliciete pedagogiek van digitale leersystemen leren doorgronden. Daarmee willen ze het onderwijs helpen om de regie te pakken bij een voortdenderende digitalisering.

Ondoorzichtige digitale diagnoses

Prof. De Haan steekt kritisch in. Ze stelt de vraag wat we feitelijk opschieten met het najagen van diagnostische gegevens. “Op grond waarvan stelt het adaptieve leersysteem een diagnose? Als leraar weet je dat vaak niet. Daarnaast, het lijkt of digitale systemen het leerproces reduceren tot het principe van oefenen voor de toets. Waar blijft het ongeplande karakter dat zo belangrijk is voor leren?”

De Haan bouwt voort op ideeën van pedagoog Gert Biesta. “Het automatisch implementeren van evidence based leermethoden druist volgens Biesta in tegen de aard van leren. Dat vind ik een belangrijk inzichtgevend idee. Immers, onderwijs is in wezen een open, niet-deterministisch en recursief systeem dat gaat over betekenisgeving. Leren gaat natuurlijkerwijs gepaard met ongeplande interventies. Slechts een klein deel van het onderwijs kun je automatiseren. Bovendien, de leraar moet het eens zijn met de keuzes die het adaptieve systeem maakt.” Dat brengt De Haan tot twee kernvragen:

  • Hoe verandert de technologie het leren en onderwijzen?
  • Waar kan technologie het onderwijs helemaal overnemen en waar juist niet?

Eenzijdige prestatieve focus

Wetenschappelijk onderzoek is nodig om de kernvragen van De Haan te kunnen beantwoorden. Docent-onderzoeker Kerssens wil de impact van technologie op het onderwijs kwantificeren en kwalificeren. Daartoe startte hij in september 2021 een driejarig onderzoek: ‘De platformisering van het primair onderwijs: publieke waarden in gevaar?’

Kerssens waarschuwt voor de sturende kracht van digitale technologie: “In het onderwijs heerst de hardnekkige visie dat digitale technologie vooral de leraar ondersteunt. Maar in de praktijk ontwikkelt technologie zich steeds meer tot een zelfstandige leerkracht.” Daarbij refereert Kerssens aan het leerprogramma Snappet, dat zichzelf verbaal als leraar presenteert aan de gebruiker: ‘Zie me als een navigatiesysteem, vertel me jouw leerdoelen, en ik plan de beste route voor jouw klas.’ Kerssens: “De keuzes die ontwerpers van het dashboard maken, beperken de pedagogische speelruimte van de docent. Een populair systeem als Snappet visualiseert prestaties, in realtime, maar ook door classificatie in categorieën en groeigrafieken. Internationaal onderzoek bevestigt dat een dergelijk systeem een sterke focus op prestatie geeft. Daarvan moeten we ons terdege bewust zijn.”

Dat brengt Kerssens tot een brandende vraag: “Maakt het digitale dashboard de leraar tot performance manager?” Met zijn onderzoek wil hij onderbouwd antwoord geven. Bovenal wil Kerssens antwoord krijgen op drie kernvragen:

  • Welke balans is wenselijk tussen de menselijke en digitale leerkracht?
  • In welke mate willen we de pedagogiek uitbesteden aan bedrijven?
  • Hoe maken we systemen transparant?

“Met mijn onderzoeksresultaten wil ik het onderwijs helpen om meer sturing te geven aan digitalisering.”

Onderwijswaarden centraal

Wat zegt de academische theorie over de rol van technologie in het onderwijs? De Haan onderscheidt twee visies: instrumenteel en kritisch. De instrumentele visie ziet technologie als een neutraal hulpmiddel, gericht op efficiëntie, input en output, en standaardisatie. De kritische visie daarentegen stelt waarden centraal. De Haan pleit voor een kritische zienswijze. “De instrumentele visie vind ik gevaarlijk. Ik pleit voor de kritische visie, die veel meer aandacht heeft voor impliciete waarden in de technologie, waarbij het professioneel handelen van de leraar centraal staat, de context meer aandacht krijgt en er meer ruimte is voor improvisatie.”

Vanuit dit theoretische raamwerk werpt De Haan een blik op de toekomst van het onderwijs. Daarbij schetst ze drie scenario’s. Allereerst de samenleving van het superdashboard, waarbij de controle bij ontwikkelaars ligt, het onderwijs reactief is en digitale geletterdheid cruciaal. Daarnaast de samenleving van de digitale nomaden, zonder formeel onderwijs, waarbij digitale technologie zich losmaakt van het onderwijs en haar eigen onderricht organiseert. Tot slot de samenleving van publieke regie, waarbij het onderwijs en publieke instituties de centrale plek vormen voor het opnieuw doordenken van nieuwe samenlevingsvormen en de rol van technologie daarin. De Haan: “Ik pleit voor het scenario van de publieke regie. Daar ligt onze uitdaging.”

Ik pleit voor het scenario van de publieke regie. Daar ligt onze uitdaging.

Prof. Mariëtte de Haan

Systeemvisie noodzakelijk

Maar wat zijn nu concreet de uitdagingen voor de onderwijssector? De Haan en Kerssens hebben er gezamenlijk over gepubliceerd. De Haan noemt drie kernpunten uit het rapport: ”Allereerst is het belangrijk dat de onderwijssector een eigen visie ontwikkelt op de rol van technologie, en daarop stuurt. Daarnaast moet het onderwijs een nieuw model van professioneel handelen creëren, waarbij de leraar handelend optreedt in interactie met de technologie. Tot slot is de ontwikkeling van een systeemvisie nodig met vertegenwoordiging van alle partijen – ontwerpers, uitgevers, sectorvertegenwoordigers, onderwijsleiders, en leerkrachten. Met een nieuwe vorm van samen werken en denken, waarbij het onderwijs een stem heeft in alle fasen van het proces. Zo stuurt het onderwijs zelf op eigen waarden.”

Waardenwijzer

De WaardenWijzer biedt een gemeenschappelijke taal om in gesprek te gaan over digitalisering in het onderwijs. Door met elkaar te praten over de waarden die bij digitalisering voorop moeten staan, kan het onderwijs zelf betere keuzes maken bij nieuwe technologische ontwikkelingen.

Naar de WaardenWijzer

Lees verder over adaptieve leersystemen

Rapport 'Waarden wegen' pleidooi voor ethisch perspectief op digitalisering in het onderwijs

Scholen zouden bewuster na moeten denken over ethische vraagstukken bij het maken van keuzes bij digitalisering. Dat is de conclusie van het Kennisnet-rapport ‘Waarden wegen – Een ethisch perspectief op digitalisering in het onderwijs’. Het rapport is tot stand gekomen met hulp van wetenschappers, onderwijsexperts en onderwijsprofessionals.
Rapport ‘Waarden wegen’

Overkoepelende dashboards bieden overzicht

Een overkoepelend dashboard biedt overzicht door de informatie over voortgang en resultaat uit verschillende leermiddelen en omgevingen – automatisch – bij elkaar te brengen. Dashboards bieden zo leerlingen, leraren, IB’ers en mentoren een beeld van de ontwikkeling van een leerling op cognitief, sociaal-emotioneel of metacognitief vlak.
Overkoepelende dashboards

De invloed van adaptieve leersystemen op de professionele ruimte van de leerkracht

Wat is de invloed van de nieuwe leermiddelen op de leerlingen, wat ‘doen’ ze met de ervaring in een klas? Wat vraagt dit van de leraar? Welke ethisch-pedagogische kwesties vragen aandacht? In dit artikel gaan we hier dieper op in.
De invloed van adaptieve leersystemen

De onderwerpen waarover wij publiceren