- Onderzoek
- |
- Ethiek
- |
- po
Sociale robots inzetten in het primair onderwijs? Deze waarden verdienen aandacht
Sociale robots worden in het onderwijs steeds vaker ingezet. Bij de inzet van sociale robots is het belangrijk om aandacht te hebben voor waarden. Matthijs Smakman deed hier onderzoek naar. Smakman is docent ict aan de Hogeschool Utrecht en promoveert aan de Vrije Universiteit Amsterdam op ethische vraagstukken bij de inzet van robots primair onderwijs. In dit interview vertelt hij meer over het doordacht inzetten van sociale robots in de klas. "We zien dat jonge kinderen de robot al snel als sociale entiteit zien. Ze bouwen er een band mee op."
Door de redactie
Smakman sprak voor zijn onderzoek met ouders, kinderen (9-12), leraren, robotbouwers en beleidsmedewerkers over robots in het onderwijs en over de waarden die daarbij in positieve of negatieve zin worden geraakt. De waarden die in de focusgroepen genoemd werden, vormen een belangrijke richtlijn om robots op een doordachte manier in de klas in te zetten.
Wat is een sociale robot precies?
“Een sociale robot is een fysiek object dat aanwezig en aanraakbaar is in de ruimte, bijvoorbeeld in een klaslokaal, en dat een vorm van beweging en van autonomie laat zien. De robot beweegt bijvoorbeeld, maakt lichtsignalen en reageert op zijn omgeving.”
Wat zijn de voordelen van sociale robots voor het onderwijs?
“Op dit moment zijn sociale robots vooral goed in te zetten voor eenvoudige leertaken. In functie verschillen ze niet veel van tools als chatbots, die leerlingen online verder helpen. Het verschil zit hem in die fysieke aanwezigheid.
“Door die aanwezigheid blijven leerlingen meer gefocust. Ze vinden de interactie leuker en ze spreken eerder over een vriendje of een sociale band. Daarbij maakt het overigens niet veel uit of de robot eruitziet als een mens: het kan ook een dier of een autootje zijn. Sociale interactie is een belangrijke voorwaarde voor leren. We zien dat jonge kinderen de robot al snel als sociale entiteit zien. Ze bouwen er een band mee op, ze hebben het idee dat de robot ze begrijpt, dat de robot gevoel heeft. Dat kan een positief effect op hun leren hebben.”
Over welke waarden moeten we het hebben bij de inzet van robots in het onderwijs?
“Uit de focusgroepen kwamen in totaal zeventien waarden naar voren. Enkele veelgenoemde punten:
Betekenisvol sociaal contact
“Zowel ouders als beleidsmedewerkers dachten dat de sociale robot de leraar uiteindelijk veel werk uit handen kan nemen, zodat de leraar meer tijd overhoudt voor betekenisvol sociaal contact met de leerlingen. Leraren hadden daar wel hun bedenkingen bij. Ze dachten dat het nog veel tijd zou kosten om de robots goed in te zetten, waardoor er juist kostbare tijd verloren gaat. Ze zien dat de robots nog niet plug and play zijn.”
Gelijke kansen
“Als de sociale robots prijzig zijn, kunnen wellicht alleen bepaalde groepen kinderen er de voordelen van plukken. Dit kan nadelig uitpakken voor gelijkheid en gelijke kansen. Deze zorg om ongelijke toegang werd door zowel ouders, leraren als beleidsadviseurs genoemd.”
Sociale ontwikkeling
“Ouders maakten zich zorgen over de invloed van robots op de sociale ontwikkeling van hun kinderen. Wat doet het met sociale vaardigheden en vriendschappen op de lange termijn? Wat gebeurt er bijvoorbeeld als een kind zich gaat hechten aan een robot en langzaam doorkrijgt dat de robot geen levend vriendje is? De leraren zagen op dat gebied geen onoverkomelijke problemen. ‘We creëren dezelfde illusie met bijvoorbeeld handpoppen’, zeiden ze. Die handpoppen krijgen ook een soort magische krachten op het moment dat de leraar ze om zijn hand doet. De kinderen geloven dat het echt is en leven met de poppen mee. Pas als het idee van een sociale band aanhoudt als het kind ouder wordt, is het volgens de leraren belangrijk daar aandacht aan te besteden.”
Robot moet eerlijk zijn
“Kinderen noemden expliciet dat een robot eerlijk moet zijn en iedereen gelijk moet behandelen. Ze benoemden uit zichzelf het morele probleem van bias (bevooroordeeldheid) in digitale systemen. Ze verwachten menselijke eigenschappen van de robot en daarmee ook een eerlijke behandeling.”
Sociale robots en privacy
“Een interessant punt kwam naar voren bij de gesprekken over privacy. Tijdens de lessen verzamelt een sociale robot gegevens over de interactie met leerlingen. Elke focusgroep die we spraken vond dat zij zelf beschikking over deze gegevens zouden moeten hebben, om leerlingen zo goed mogelijk te kunnen helpen. Maar elke groep zei ook: een robot mag niet zomaar de data delen met andere groepen. Leraren wilden bijvoorbeeld niet zomaar alle data aan ouders laten zien; ze wilden ze eerst een check op de gegevens doen om de privacy van de leerlingen te beschermen. Dit laat zien hoe complex het vraagstuk van data en privacy bij het gebruik van sociale robots in het onderwijs is.”
Veiligheid en vertrouwen
“Een ander interessant dilemma: we zien dat kinderen geheimpjes vertellen aan robots. Er werd gezegd: dat is misschien juist wel goed, dat kan een gevoel van veiligheid of rust geven. Maar er waren ook angsten dat een leerling dan grote problemen alleen aan een robot zou vertellen en niet meer aan de ouder of leraar. De veiligheid van de leerling kan dan in het gedrang komen. En wat doet het met het vertrouwen van een leerling als de leraar ineens blijkt te weten wat hij in vertrouwen aan de robot heeft verteld?”
Wat adviseert u scholen en schoolbesturen die overwegen sociale robots in te zetten?
“Het is interessant voor schoolteams om een sociale robot aan te schaffen en met elkaar te ontdekken wat zo’n hulpmiddel voor het onderwijs kan betekenen. Je kunt het zien als een stimulans voor innovatie bij leraren; als een uitnodiging om nieuwe dingen uit te proberen. Het is een interessante technologie die veel mogelijk zou kunnen maken, maar die ook veel vraagstukken opwerpt. Een sociale robot op school is zo ook een mooi startpunt voor het voeren van een ethisch gesprek. Experimenteer ermee op kleine schaal, bouw kennis op en leer samen het gesprek te voeren over een waardevolle inzet van technologie in het onderwijs.
“Zorg er wel voor dat je de sociale robot expliciet onderdeel maakt van het lesprogramma. Anders is het gevaar groot dat het ding na een paar maanden in de kast verdwijnt. Het is ook een goed idee om contact te zoeken met onderzoeksinstituten. Zo kunnen we samen meer kennis opbouwen.”