- Opinie
- |
- Artificial intelligence
- |
- po
- vo
- mbo
‘AI blijft, evolueert en zet het onderwijs nog verder op zijn kop’
Artificial intelligence biedt veel kansen voor het onderwijs, maar heeft ook zijn keerzijden. Daarnaast bestaan er veel misvattingen over. Wij spraken met prof. dr. Eric Postma, hoogleraar Artificial Intelligence (AI) aan Tilburg University. Postma heeft een scherpe en nuchtere blik op AI, die hij onlangs in de Tweede Kamer deelde tijdens een masterclass. Vooral generatieve AI staat nu in de schijnwerpers. Wat gaat dit betekenen voor het onderwijs?
Door de redactie
“Generatieve AI is de meest recente variant van AI”, zegt Postma, “en die heet zo, omdat dit systeem zelf dingen kan genereren, zoals plaatjes, tekst, enzovoort. Het verschil met andere AI is, dat dat systeem vooral werd gebruikt om bijvoorbeeld plaatjes te herkennen van katten en honden. Dan was het of een kat of een hond. Wat in de huidige modellen gebeurt, is dat deze leren wat de onderliggende aspecten zijn van een kat of een hond. Van daaruit kunnen deze modellen zelf plaatjes genereren van allerlei varianten van honden en katten. En dat kun je ook met teksten doen”.
Self supervised learning
Postma vertelt dat deze modellen op een andere manier worden getraind dan niet-generatieve AI. “Wilde je in niet-generatieve AI afbeeldingen leren herkennen, dan moest je eerst heel veel afbeeldingen aanbieden van honden en katten en daarbij zeggen: dit is een hond en dit is een kat. Zo leerde AI de afbeeldingen te linken aan honden en katten. Wat je bij generatieve AI doet is een vorm van wat wij self supervised learning noemen. Bij teksten bied je op basis van een enorm grote hoeveelheid zinnen, steeds een deel van de zin aan. Het model moet dan voorspellen wat het volgende woord is of het volgende zinsdeel. Dit soort self supervised learning ligt ook ten grondslag aan ChatGPT en een heleboel soortgelijke modellen”.
De kansen van generatieve AI voor onderwijs
Volgens Postma zijn dagelijks de kansen van generatieve AI te zien. Doordat commerciële bedrijven er zoveel geld aan spenderen, werkt het steeds beter en treedt een enorme competitie op. De ontwikkelingen volgen elkaar daardoor steeds sneller op. “Er zullen steeds meer professionele tools op de markt komen waarmee je specialistische teksten en presentaties automatisch kunt genereren”, zegt Postma. “Je kunt in toenemende mate ook afbeeldingen bij je presentaties genereren en muziek”.
Postma denkt dat de door AI gegenereerde source code (programmatuur waarmee computers worden aangestuurd) een enorme impact op allerlei beroepen zal hebben. In het programmeeronderwijs leidt dat tot een andere manier van lesgeven. Afhankelijk van iemands perspectief is dat te zien als een kans. Zo heeft hij zelf studenten een programmeeropdracht gegeven, waarbij ze gebruikmaakten van ChatGPT om een programmeercode te genereren. “Het moest een beetje bijgewerkt worden, maar het moeilijkste werk was al gedaan door ChatGPT. Eigenlijk kun je dan zeggen dat ons programmeeronderwijs per definitie al verouderd is”.
“Je zal er op een andere manier mee om moeten gaan. Je moet nog steeds kunnen programmeren, maar je moet het op een andere manier toetsen. Hetzelfde geldt voor het schrijfwerk, het schrijven van essays en dergelijke”.
Wij moeten studenten opleiden om teksten die door AI gegenereerd zijn, te checken op onjuiste informatie
“Binnen 5 à 10 jaar is dit gemeengoed”, meent Postma. “Dan gebruikt iedereen dit soort tools, ook professionals. Die discussie is dan vervaagd. De grote discussie die nu gaande is, is hoe we die essays moeten beoordelen. De oplossing is dat je studenten moet opleiden om door AI gegenereerde teksten te checken op onjuiste informatie. Want die modellen genereren ook zogenaamde hallucinaties van foute informatie. Het is belangrijk dat studenten en kinderen dat inzicht krijgen. Daarin zie je een verschuiving. De vraag is dan natuurlijk of kinderen wel voldoende leren schrijven. Dat moeten ze zeker leren, maar dit soort systemen zullen we als ondersteuning gebruiken voor het onderwijs”.
Postma vindt dat onderwijs daarin adaptief moet zijn, omdat die AI-technieken continu veranderen. Ze worden beter of krijgen nieuwe aspecten. Ook daarin moet het onderwijs kinderen blijven opvoeden.
“De grootste uitdaging is het opvoeden van docenten in AI, want vaak zijn de leerlingen al verder dan de leraren. Zij moeten zich niet laten afschrikken. Als bestuur kan je daarbij helpen door trainingen te bieden om AI te demystificeren. Laat zien dat het niet zo eng is als men zegt. Zo leren docenten de sterke en zwakke kanten ervan herkennen”.
Is er een keerzijde aan AI voor het onderwijs?
Postma vindt de keerzijde heel duidelijk. “Ik denk dat de GPT-systemen die nu vrij beschikbaar, zijn echt gevaarlijk kunnen zijn. Je kunt ze een instructie geven om te proberen om een programma te ontwikkelen dat door een beveiliging kan breken. Bijvoorbeeld in ziekenhuizen of bij een militair instituut. Cybercriminaliteit zal daardoor een groter risico vormen. Dit speelt dus ook in het onderwijs”.
Het gevaar van AI schuilt erin dat mensen onhandig omgaan met deze heel krachtige technologie en daardoor ontstaan onnodige risico’s
Hij is er niet voor om alle ontwikkelingen rond AI on hold te zetten, zoals nu wel wordt gesuggereerd. Max Tegmark (een fysicus die hij hoog heeft zitten) vindt dat de maatschappij de mensen in bedrijven zoals Meta en Open AI moet beschermen tegen de druk van de commercie. Dus Tegmark stelt meer een productstop voor dan een onderzoeksstop. Want onderzoek moet juist doorgaan om gevaren in kaart te brengen en te voorkomen.
Misvatting dat AI de controle kan overnemen
“Je hoort wel van die sciencefictionachtige verhalen dat AI de controle zou kunnen overnemen. Dat is een misvatting. Deze verhalen zetten mensen op het verkeerde been en vergroten de angst. Je wilt juist ontnuchterend laten zien wat het wel is en wat het niet is. Dat kun je het beste doen door ermee te spelen. En dat is voor kinderen ook mooi. We laten kinderen spelen met hele eenvoudige machinelearning-methodes; AI-methodes die gewoon op het internet staan. Daar hoef je niets voor te programmeren en dan leren kinderen al heel snel wat daar de voor- en de nadelen van zijn. Dat gebeurt nog te weinig. Daar kun je al op de basisschool mee beginnen en het maakt heel inzichtelijk voor kinderen wat het probleem is”.
Postma noemt een voorbeeld: “We lieten leerlingen binnen de school een systeem trainen om legoblokjes te herkennen. Zij lieten voorbeelden zien aan de camera’s en als je dat voldoende doet, kan het systeem perfect bijvoorbeeld rode van groene blokjes herkennen. Daarna gingen wij naar buiten met datzelfde systeem en toen werkte het niet meer, omdat je andere belichting hebt. Dat was voor die kinderen een eyeopener! Zo kregen zij een beter beeld van wat die machine learning werkelijk inhoudt en zij leerden dat de manier waarop je de data verzamelt heel belangrijk is”.
Het is een feit dat AI discrimineert en niet genderneutraal reageert, omdat het een weerspiegeling is van onze maatschappij
“AI is geen zelfdenkend systeem en dat is wel wat je voortdurend leest in de kranten. Net als het feit dat AI discrimineert of niet genderneutraal is. Dat laatste is waar: maar dat komt doordat het de reflectie is van onze maatschappij. Wat we altijd al vermoedden zien we terug in de modellen. Je ziet de patronen, want ze liggen vast. Dat is een mooie kans voor de maatschappij om deze onderwerpen aan te pakken”.
In de toekomst heeft onderwijs meer specialisten nodig in alle disciplines
“De komende jaren verwacht ik dat AI-systemen geperfectioneerd worden en toegespitst worden op allerlei domeinen”, zegt Postma. “Dit wordt gewoon een standaardtool in onze maatschappij. Straks kom je thuis en zie je op een scherm jouw favoriete acteur of iemand anders. Je vraagt of je alle boodschappen al in huis hebt en of je nog iets vergeten bent. Zie het als een persoonlijk assistent die af en toe wat domme dingen zegt, maar over het algemeen vrij goed antwoordt. En we zullen ook nadelige effecten ondervinden, dat is altijd zo bij een nieuwe technologie.”
“Als je dat doortrekt naar de toekomst van onderwijs dan denk ik dat wij in het onderwijs specialisten nodig hebben in alle disciplines, dus niet alleen techneuten. Je hebt ook mensen nodig die iets weten van psychologie en sociologie. Onze cultuur is vrij technisch georiënteerd en wij denken altijd dat je alles kunt formaliseren en technisch kunt maken. Maar dat is niet zo, want menselijke interacties zijn veel te complex. Wij moeten als maatschappij nadenken hoe we met AI willen omgaan. Hoe we het optimaal kunnen inzetten om onze wereld beter te maken en daar heb je alle disciplines bij nodig”.
“Wat vaak vergeten wordt in al die negatieve verhalen die wijzen op terechte gevaren, is dat dit soort technieken op dit moment ook voor heel veel doorbraken zorgen in de wetenschap. Dus het kan best zijn dat er straks een nieuwe zonnecel wordt ontwikkeld of een nieuwe manier om iets aan de klimaatverandering te doen dankzij deze soort technologie. Daarom is het van belang een gebalanceerd beeld te krijgen van alle positieve en negatieve effecten van AI. En daar kunnen we kinderen goed in opleiden”.