- Praktijkvoorbeeld
- |
- Beleid en organisatie
- |
- po
- vo
Krachtig innoveren bij Lucas Onderwijs: ‘Enthousiasme alleen is niet genoeg’
Hoe kun je technologische innovaties zo benutten dat ze helpen het onderwijs echt duurzaam te verbeteren? Bij Lucas Onderwijs, een schoolbestuur met scholen in de regio Haaglanden, volgen schoolteams visietrajecten om dat te bereiken. Maike Kouwenhoven en Raymond Trippe, beleidsmedewerkers Onderwijs Kwaliteit & Innovatie, begeleiden die trajecten. Eén ding is zeker, weten ze: die olievlek waarmee innovaties vanzelf hun weg vinden, bestaat niet.
Door de redactie
Raymond Trippe ziet het al jaren gebeuren. “Bij iedere technologische innovatie raakt een deel van het team heel enthousiast en ziet kansen om daar het onderwijs mee te verbeteren. Maar alleen enthousiasme is niet genoeg om te komen tot verandering.” Trippe is beleidsmedewerker op de afdeling Onderwijs Kwaliteit & Innovatie bij Lucas Onderwijs. “Innoveren moet een actief en bewust proces zijn. Daarvoor moet je heel goed kijken naar: wie ben je als school? Waar kom je vandaan? Waar wil je heen? De antwoorden daarop staan in de visie van de school en het schoolplan. Die vormen een eerste meetlat waarmee je aan de slag gaat. Om te beslissen: gaan we hier überhaupt iets mee doen?”
Die bekende ‘olievlek’ is een heel grappig woord, maar zo werkt onderwijs innoveren gewoon niet
Wat willen we bereiken met VR-brillen?
Een voorbeeld. “Die nieuwe VR-bril die Apple net geïntroduceerd heeft. Enthousiastelingen zien meteen kansen voor het onderwijs, maar waar is die bril precies een oplossing voor? Wat wil je daarmee gaan bereiken? En hoe? Die bekende ‘olievlek’ is een heel grappig woord, maar zo werkt onderwijs innoveren gewoon niet.”
Schoolbrede visietrajecten
Om de scholen bij dit proces te helpen, biedt Lucas Onderwijs visietrajecten aan. Raymond Trippe verzorgt de visietrajecten voor het voortgezet onderwijs, Maike Kouwenhoven voor het primair onderwijs. Kouwenhoven is naast haar werk als beleidsmedewerker leerkracht van groep 8 van basisschool de Waterwilg. Kouwenhoven: “We helpen teams hun schoolvisie te vertalen naar een visie op technologische innovatie. Dat zijn twee verschillende dingen, maar ze gaan hand in hand. Dat doen we heel bewust met een zo breed mogelijk groep, met iemand uit de onderbouw, middenbouw, bovenbouw en het management, zodat de visie schoolbreed gedragen wordt.”
Plan maken: hoe ga je de technologie inzetten
Daarna komt het aan op de onderbouwing van de beslissing om een bepaalde technologie te gaan gebruiken, en op een goed plan. “Hoe ga je die technologie precies inzetten? Iets alleen maar doen omdat het leuk is, dat werkt heel eventjes voor een paar mensen.” Trippe: “In het onderwijs hebben we het diepste verlangen om kinderen de juiste kennis en vaardigheden mee te geven. Voor nu, maar ook voor in de toekomst. Maar dat diepste verlangen moet geconcretiseerd worden. We leven in een technologisch tijdperk en moeten de kinderen daarop voorbereiden. ‘We denken dat dit en dit de technologie is waarmee we dat doen. Maar klopt dat ook?’ Die check moeten we doen.”
Visietraject in 4 stappen
- Wat doen we al?
Bijvoorbeeld digitale geletterdheid: inventariseer op welke manieren dit nu al een plek heeft in het onderwijs. - Wat is onze visie?
Welke woorden worden er gebruikt? Wil de school gepersonaliseerd onderwijs aanbieden of juist klassikaal? Misschien via een bepaalde filosofie? - Wat moeten we nog ontwikkelen?
Wat ontbreekt er en vooral: wat zou je nog meer willen, waar liggen de kansen? - Planvorming
Hoe gaat de school dit alles de komende drie jaar dan doen? Waar zijn we na het eerste jaar? Wat is er nodig aan materiaal, aan kennis?
Vier in balans
Tijdens deze trajecten grijpen de Lucas Onderwijs-scholen vaak terug op het Vier in balans-model van Kennisnet. Het helpt hen om een gemeenschappelijke taal te vinden en bewuste keuzes te maken, vertelt Raymond Trippe. “Scholen die hun onderwijsvisie goed op orde hebben en die echt goed doorleven, gaan veel gerichter op zoek naar wat nodig is en kunnen dat implementeren.”
Vaak zien we tijdens een visietraject dat de voorlopers heel veel stappen terug moeten zetten, omdat de basis nog niet goed op orde is
Hardlopers zijn…
En omgekeerd, vult Maike Kouwenhoven aan. “Sommige scholen lopen voorop en hebben al van alles en nog wat aan technologische innovaties in huis. Andere scholen beginnen echt bij de basis. Die zijn in het begin vaak onder de indruk van zo’n vooroplopende school, maar vaak zien we tijdens een visietraject dat juist die voorlopers heel veel stappen terug moeten zetten, omdat de basis nog niet goed op orde is. Ze hebben wel veel en ze doen veel, maar ze hebben niet nagedacht over waarom. Ze zien niet hoe ze tot een doorgaande lijn kunnen komen, of wat ze in de toekomst met een innovatie zouden willen. Vaak moeten deze scholen zo ver terug dat het soms gewoon makkelijker is voor een school die nog helemaal blanco is en die stapje voor stapje aan het werk gaat.”
Experimenteren met nieuwe technologie
Naast de check op de onderwijsvisie is het ook belangrijk om dingen te kunnen uitproberen. Maike Kouwenhoven: “We hebben bij Lucas Onderwijs een aantal materialen die scholen een periode kunnen lenen. Neem weer die VR-bril; dat is best een aanslag op het budget. Wij bieden scholen de ruimte om er rustig mee te experimenteren.” Met deze werkwijze voorkomt Lucas Onderwijs de valkuil van leraren die in een lab-setting enthousiast worden voor een bepaalde innovatie, maar er vervolgens door de waan van de dag op school niets meer mee doen. “We proberen het zo veel mogelijk in de klassen te laten gebeuren en bieden liefst ook daar de begeleiding aan, niet op ons kantoor.”
Proeftuinieren: wat werkt en wat niet?
Raymond Trippe heeft goede ervaringen met het inrichten van proeftuintjes. “Daarin formuleer je wat je gaat doen. De uitkomst weet je niet, maar je probeert verschillende trajecten uit om te zien of iets wel of niet werkt en waarom.”
Als je alleen maar zo’n doos krijgt met ‘succes ermee’ dan is het lastig om de vertaalslag naar je onderwijs te maken
Ervaringen delen in leernetwerken
Daarna is het belangrijk dat scholen hun ervaringen te delen. Kouwenhoven: “We hebben een leernetwerk met ict-coördinatoren en leraren van de po-scholen. Die wisselen ideeën uit over wat je met materialen kunt doen. Dat helpt; als je alleen maar zo’n doos krijgt met ‘succes ermee’ dan is het lastig om de vertaalslag naar je onderwijs te maken. Heel leuk: ook collega’s die in eerste instantie niet veel met ict hebben, kunnen toch heel gemotiveerd raken.”
Onderwijs beter maken met een technologische innovatie
Kouwenhoven: “Wij zeggen altijd dat technologische innovatie niet om ict-kennis draait, maar om goed onderwijs. De vraag is niet: hoe implementeren we VR, maar: hoe bereiden we de leerlingen voor op de toekomst, en welk onderwijs met welke instructie is daarvoor nodig? Je gaat een innovatie pas toepassen als deze een bijdrage levert aan het onderwijs. Dus niet omdat het moet, niet omdat het leuk is, niet omdat je nou eenmaal dat materiaal op de plank hebt staan maar uit de noodzaak om je onderwijs beter te maken. Daarom is het zo belangrijk om het hele team mee te krijgen en niet alleen die ict-coördinator.”
Succesfactoren bij onderwijsinnovaties
- Betrek meerdere mensen vanuit het team en de directie bij het traject.
- Focus op wat je met het onderwijs wilt bereiken en hoe.
- Zorg voor voldoende tijd en middelen.