Doorgaan naar hoofdinhoud

Maak leren lezen weer aantrekkelijk

Er gingen alarmbellen af toen de OESO eind vorig jaar de PISA-scores naar buiten bracht. In dit internationale onderzoek wordt sinds 2000 om de drie jaar gemeten hoe 15-jarigen presteren in wiskunde, natuurkunde en leesvaardigheid. Meest in het oog springend vanuit ons perspectief was de beroerde leesvaardigheid van de ondervraagde Nederlandse 15-jarigen. Bijna een kwart van hen haalt volgens de PISA-normen zelfs niet de ondergrens om volwaardig mee te kunnen doen in de samenleving.

Door Larissa Zegveld

25 januari 2024
5 minuten lezen

Bedenk daarbij dat leesvaardigheid hand in hand gaat met digitale geletterdheid. Juist in de wereld waarin we nu leven en waarin iedereen digitaal geletterd moet zijn, is goed kunnen lezen noodzakelijk om mee te kunnen komen. Kijk je dan naar de PISA-scores, dan is het beeld zorgelijk. Een kwart van de ondervraagde groep is niet vaardig genoeg om bijvoorbeeld online een ticket te boeken of om kritisch om te gaan met digitale informatie. Vorig jaar werd al bekend dat 2,6 miljoen volwassenen in ons land moeite hebben met digitaal bankieren in een tijd dat het fysieke bankfiliaal in veel plaatsen is verdwenen. En 4,5 miljoen Nederlanders zijn niet goed in staat om digitale overheidsinformatie te begrijpen en weten niet hoe DigiD werkt.

Mitsen en maren

Onder andere naar aanleiding van de PISA-scores is een pittige discussie ontstaan over de kwaliteit van ons (lees)onderwijs. Er is bijvoorbeeld kritiek op de inzet van digitale middelen en de oproep om terug te gaan naar papier krijgt op diverse plekken veel bijval. Die kritiek vind ik pijnlijk, als directeur van Kennisnet en als moeder. Vooropgesteld: ik deel de zorgen over de leesvaardigheid in ons land. Maar er zijn ook goede voorbeelden, waarbij ze soms wel en soms niet gebruikmaken van ict.

De kritiek naar aanleiding van ‘PISA’ is ook kort door de bocht, omdat we veel nog niet weten. Zo is er na eerdere PISA-rondes vervolgonderzoek gedaan om de scores en trends te verklaren. Voor de meest recente uitkomsten is dat nog niet gebeurd. Laten we bijvoorbeeld ook kijken wat er in andere landen aan de hand is en wat we daarvan kunnen leren. Dan zie je dat Nederland niet alléén slecht scoort. Landen die ook geen beste scores laten zien, zijn bijvoorbeeld Finland en IJsland, met nog sterkere dalingen. Maar ook België, Canada, Duitsland, Noorwegen, Spanje, Zweden en Zwitserland laten een daling zien. Wat zijn de overeenkomsten met deze landen?

Er zijn meer mitsen en maren te noemen. Zo gaat de meeste aandacht uit naar prestatieniveaus, al dan niet in vergelijking met andere landen. Begrijpelijk, maar op het vergelijken van scores tussen landen valt nog wel af te dingen. Hoezeer lijkt de gehanteerde toetsingsmethode in PISA bijvoorbeeld op de gebruikelijke manier van toetsen op scholen in een land? En hoe vergelijkbaar zijn scores als in een land als Nederland in het najaar is getoetst in plaats van in het voorjaar, zoals bij eerdere toetsingsrondes? Alle reden voor goed follow-up onderzoek.

Voorlezen via Teams

Dat neemt niet weg dat het onderwijs wat te doen staat. Aangevoerd wordt ook dat het te maken heeft met motivatie. De uitdaging is: hoe zorg ik dat leerlingen en studenten geboeid zijn door wat ze moeten leren? En, specifiek: hoe maak je lezen in alle vakken aantrekkelijk? Dat begint al op jonge leeftijd. Ik vond het inspirerend om te lezen hoe deze basisschool kinderen in groep 3 uitdaagt om elke dag tien minuten thuis een stukje voor te lezen en via Teams met de juf te delen. Kinderen vinden dit blijkbaar ontzettend leuk. Het is misschien een klein en simpel voorbeeld van onderwijsvernieuwing waarmee je als school een goede basis legt voor een leven lang lezen met plezier.

Geen journaal, wel nu.nl

Als kind las ik de krant en keek ik elke avond naar het achtuurjournaal. Mijn kinderen doen dat niet. Maar vraag ik ze wat ze vinden van de oorlog in Oekraïne, dan blijken ze uitstekend op de hoogte doordat ze dagelijks het nieuws volgen met de nu.nl-app. Het zou mooi zijn als we wat meer door hun ogen naar het onderwijs kijken. Hoe bieden we materiaal aan dat past bij hun leefwereld? De praktijk is dat we leerlingen, zeker als ze wat ouder zijn, teksten voorschotelen waarvan de leerlingen vinden dat ze saai zijn. Samen met de sector zijn we hard op weg om te laten zien dat het anders kan. Bijvoorbeeld met de ontwikkeling van open leermateriaal, vaak door de docent zelf gemaakt, om onderwerpen dichter bij de leerling te brengen.

Digitaal lezen is niet slecht lezen

Ik hoor af en toe geluiden dat digitalisering een gevaar is voor de leesvaardigheid. Persoonlijk geloof ik niet dat er een slechte manier van lezen is. Daarbij denk ik dat digitale middelen de leesvaardigheid van groepen leerlingen juist heel goed op maat kunnen ondersteunen. Zo ontwikkelt Digisterker programma’s om groepen mensen volwaardig te laten meedoen in de (digitale) samenleving. Bijvoorbeeld door teksten niet alleen op het scherm te laten zien, maar ook te laten horen in hun oortje. Volgens Digisterker komt de boodschap zo beter over. Denk ook aan de filmpjes op social media die tegenwoordig vaak ondertiteld zijn. Beeld en tekst versterken elkaar; een uitkomst voor mensen die minder talig zijn, maar meer visueel zijn ingesteld

Maak lezen weer aantrekkelijk

En ja, ook ik schrok van de PISA-scores voor leesvaardigheid. Maar laten we geen overhaaste conclusies trekken. En laten we niet zonder onderbouwing stellen dat lezen op papier goed is en digitaal lezen slecht, maar eerst wat meer onderzoek doen, zoals gelukkig nu ook gebeurt. Nu wordt alles op een hoop gegooid en ontstaat er een troebel beeld. Leerlingen lezen misschien best graag; over onderwerpen die hen aanspreken en op manieren die bij hen past. Maak lezen weer aantrekkelijk en benut daarbij de kansen die digitalisering biedt. Laten we op zoek gaan naar inspirerende voorbeelden, onderzoeken wat daar het verschil maakt en daar inspiratie en hoop uit halen. Het kan verleidelijk zijn om terug te grijpen naar de goeie ouwe, papieren tijd. Maar past die ons nog? Want de wereld van onze kinderen ís deels digitaal.

Over de auteur Larissa Zegveld

Larissa Zegveld is directeur-bestuurder van Kennisnet

Lees ook

De onderwerpen waarover wij publiceren