- Uitleg
- |
- Beleid en organisatie
- |
- po
- vo
- mbo
Wat is architectuur en hoe kan het onderwijsprocessen verbeteren?
Architectuur is een stelsel van principes en afspraken om de inrichting van en de samenwerking tussen organisaties te stroomlijnen. Een goed doordachte architectuur biedt scholen houvast bij complexe beslissingen, voorkomt problemen en zorgt voor een beter begrip bij partners en leveranciers. Standaarden zijn een belangrijk onderdeel van (ict-)onderwijsarchitectuur. Want juist door te standaardiseren kunnen organisaties uiteindelijk flexibeler en sneller opereren. Welke soort architecturen zijn er? En welke voordelen bieden ze je?
Door Brian Dommisse
Laten we beginnen met een praktijkvoorbeeld om het begrip architectuur te verduidelijken. Stel je hebt een leerling die het vak Spaans wil volgen. Jouw school biedt dat vak niet aan, maar een andere school in jouw regio wel. Als je de leerling Spaans op die andere school wil laten volgen, moet je heel wat regelen:
- Allereerst moeten er afspraken worden gemaakt over de financiering, want de eigen school krijgt bekostiging voor de leerling vanuit de overheid en de andere school niet.
- Het tweede aandachtspunt is dat de leerling op locatie van de andere school zodanig moet kunnen inloggen dat hij ook nog steeds de ict-middelen van de eigen school op een veilige manier kan gebruiken.
- Verder moet het rooster van de leerling tussen de twee scholen worden afgestemd.
- Tot slot moeten de behaalde cijfers op een betrouwbare, veilige manier in de administratie van de eigen school komen en door de overheid als formele resultaten worden erkend.
Voor al deze knelpunten zijn er oplossingen te bedenken, die de betrokken partijen met elkaar afspreken en toepassen. Architectuur op het niveau van de onderwijsorganisaties kan in eerste instantie helpen om alle genoemde knelpunten in samenhang te beschouwen. Ook kan architectuur inzichtelijk maken dat een oplossing voor het ene knelpunt de oplossing van een ander knelpunt niet in de weg zit. Of beter nog: ervoor zorgen dat de oplossingen elkaar versterken.
Referentiearchitectuur
Wat zich tussen deze twee scholen afspeelt is niet uniek, maar komt in heel Nederland voor. Niet alleen in het funderend onderwijs maar ook in het mbo, hbo en wo. Hier komen referentiearchitecturen in beeld. Die bieden een referentie (voorbeeld of blauwdruk) voor het inzichtelijk maken en oplossen van dergelijke problemen op een breder niveau (bijvoorbeeld sectorniveau). Hier komen ook standaarden en voorzieningen in beeld die bijdragen aan de oplossing.
Als alle onderwijsorganisaties en hun ketenpartners oplossingen voor de geschetste casus op basis van de referentie implementeren, biedt dat de volgende voordelen:
- als je als samenwerkende scholen te maken krijgt met een vergelijkbare casus dan hoef je niet zelf het wiel uit te vinden;
- eenmaal geïmplementeerd kun je de oplossing hergebruiken voor elke volgende samenwerking met andere scholen.
We onderscheiden in dit artikel sectorale referentiearchitectuur, doelarchitectuur en ketenarchitectuur. Voor alle duidelijkheid geven we eerst de definities van deze begrippen. Daarna gaan we in op de voordelen van architectuur, ook in relatie tot publieke regie.
Wat is architectuur?
Architectuur
Een stelsel van principes en afspraken om de inrichting van en de samenwerking tussen organisaties te stroomlijnen. Ook is het een manier om de structuur en werking van iets uit te drukken. Architectuur voor scholen in het primair en voortgezet onderwijs bestaat uit concepten en structuren (weergegeven in modellen en begeleidende uitleg) die helpen bij het stroomlijnen van processen, technologieën en informatie binnen en tussen scholen. Ze bieden een systematische benadering om de complexiteit van onderwijsorganisaties te beheersen en te optimaliseren.
Sectorale referentiearchitectuur
‘Referentie’ betekent dat de architectuur niet de architectuur van één specifieke (onderwijs)organisatie beschrijft, maar de structuur en werking van (onderwijs)organisaties in het algemeen weergeeft. Het biedt inzicht in processen, informatie en werkwijzen en de samenhang daartussen. Het geeft aan welke architectuurcomponenten (standaarden, referentieprocessen, begripsdefinities en publieke voorzieningen) te gebruiken zijn voor de eigen inrichting. Een sectorale referentiearchitectuur biedt dus een sjabloon voor de inrichting van de informatieprocessen en de benodigde ict-ondersteuning binnen de eigen organisatie (ook wel aangeduid als enterprise architectuur).
Doelarchitectuur (sectorarchitectuur)
Beschrijft de gewenste situatie in de toekomst aan de hand van thema’s en wat er nodig is om die situatie te realiseren voor een bepaalde sector (daarom wordt ook de aanduiding sectorarchitectuur gehanteerd). Een thematisch toekomstbeeld helpt dus bij het duiden en richting geven aan ontwikkelingen binnen en buiten het onderwijs. Onderwijsorganisaties hebben daarmee een instrument in handen om in de toekomst niet verrast te worden door de wijze waarop deze thema’s door derden worden ingevuld, maar kunnen hierop anticiperen of zelfs sturen op de ontwikkeling van diensten en producten. Een doelarchitectuur helpt ook om de interne organisatie voor te bereiden op de toekomst. Een sectorarchitectuur biedt daarnaast duidelijkheid voor leveranciers. Die kunnen hiermee namelijk inspelen op toekomstige wensen en vragen uit het onderwijs.
Ketenarchitectuur
Een stelsel van afspraken om samenwerking en gegevensuitwisseling tussen ketenpartners te stroomlijnen. Ketenpartners zijn meestal niet de onderwijsorganisaties zelf maar juist hun leveranciers en samenwerkingspartners. Een ketenarchitectuur is per definitie een referentiearchitectuur. Het geeft inzicht, invulling en onderbouwing aan de wettelijke verplichting voor ketensamenwerking én aan de afspraken die de ketenpartners maken. Dat kan alleen voor het funderend onderwijs zijn maar ook voor het hele onderwijsdomein. Daarnaast draagt ketenarchitectuur bij aan de inrichting van een samenhangend stelsel van ict-voorzieningen.
Standaardisatie
Standaarden zijn een belangrijk onderdeel van architectuur. Ze geven de kaders aan waarbinnen andere architectuurcomponenten (processen, gegevens, et cetera) kunnen worden gerealiseerd. Flexibilisering en standaardisatie lijken op het eerste gezicht tegenstrijdige begrippen. Toch is het juist door te standaardiseren dat onderwijsorganisaties flexibeler kunnen opereren.
Voordelen van werken met architectuur
Werken met architectuur geeft je zicht op je ict-processen: je weet welke devices en applicaties worden ingezet en hoe er met informatie wordt omgegaan. Daardoor weet je ook wat je hierin kunt aanpassen om (toekomstige) verbeteringen door te voeren. Om dat inzicht en overzicht te bewaren, gebruik je een keten- en sectorale referentiearchitectuur. Vergelijk het met een supermarkt waar alles zijn vaste plek heeft. Handig voor de routineboodschappen en het maakt het vinden van nieuwe ingrediënten makkelijker als je eens wat anders wilt koken.
Daarnaast zorgt ict-architectuur ervoor dat:
- je makkelijker nieuwe ict-applicaties kunt integreren in de bestaande informatiehuishouding (of overstappen naar andere applicaties);
- dat je makkelijker kunt communiceren met andere partijen als je dezelfde taal spreekt;
- dat je techniek gebruikt die je aan de ict van andere partijen kan koppelen op basis van standaarden.
Voordelen keten/-referentiearchitectuur
Het werken met een architectuur levert scholen diverse voordelen op. Een keten-/sectorale referentiearchitectuur geeft scholen:
- Flexibiliteit en innovatie: met ontwerpen gebaseerd op een goed doordachte en breed geaccepteerde architectuur kunnen onderwijsorganisaties bijvoorbeeld sneller en effectiever inspelen op nieuwe onderwijsmethoden en -technologieën.
- Gegevensbeveiliging en privacy: door sectorbrede standaarden en richtlijnen te volgen en te weten waar je die moet inzetten, kunnen scholen beter voldoen aan wet- en regelgeving rond informatiebeveiliging en privacy.
- Meer efficiëntie: door beter inzicht in de processen en hun samenhang en de standaardisatie van ondersteunende middelen kunnen scholen administratieve lasten verminderen en meer tijd en middelen besteden aan onderwijs.
- Transparantie en verantwoording: architectuur biedt handvatten om het monitoren van processen inzichtelijker, vergelijkbaarder en gemakkelijker te maken. Dit draagt bij aan transparantie en verantwoording binnen de sector.
- De gemeenschappelijke taal van de architectuur helpt om elkaar beter te begrijpen.
Vergelijk architectuur met ontwerp en bouw van een huis
Als je bij architectuur als eerste denkt aan het ontwerp van een huis, is dat niet zo raar. Er zijn duidelijke overeenkomsten tussen een keten-, en een sectorale referentiearchitectuur en het ontwerp van een huis. Bij beide moet je rekening houden met een aantal factoren:
- Je eigen wensen en eisen: de indeling en stijl van je huis. (Vertaald naar architectuur geeft dit invulling aan de onderwijswaarde autonomie.)
- Flexibiliteit: zorgen dat er verschillende keuzes kunnen worden gemaakt in de installatie van energievoorzieningen, water et cetera.
- Ontwikkelingen in de omgeving: bestemmingsplannen, stadsuitbreiding, infrastructuur.
- Aansluiting op bestaande systemen en voorzieningen: gas, water, elektriciteit.
- Aansluiten op wettelijke vereisten: heeft het pand een monumentenstatus, houdt het ontwerp rekening met bestaande natuurlijke elementen?
- Stimuleren van verbeteringen: duurzaamheid, milieuvriendelijkheid.
- Aan al die factoren liggen een of meerdere (publieke) waarden ten grondslag zoals duurzaamheid of wendbaarheid. Door op dezelfde gestructureerde manier naar de onderwijsarchitecturen te kijken, worden de parallellen tussen onderwijsarchitectuur en de bouw zichtbaar. Het gaat om het afstemmen van je eigen plannen en inrichting op wat er sectoraal speelt, het borgen van essentiële zaken en het bevorderen van vooruitgang.
Architectuur en publieke regie
Onderwijsorganisaties willen meer aan het roer komen te staan als het gaat om de inrichting van hun processen. Daarbij willen ze publieke kernwaarden meenemen. Naast de al bekende kernwaarden als vertrouwen, veiligheid (inclusief privacy), toekomstgerichtheid en doelmatigheid, zien we dat het onderwijs ook steeds meer oog heeft voor kernwaarden als menselijkheid, autonomie en inclusiviteit. Dit soort kernwaarden maken ook deel uit van de motivatie achter een architectuur en de onderbouwing ervan.
Die waarden kunnen vanuit de verschillende perspectieven (leerlingen, docenten en instellingen) verder worden ingevuld. Voor leerlingen kan dit bijvoorbeeld betekenen dat het onderwijs meer bij hen moet aansluiten, ze meer keuzevrijheid krijgen bij het samenstellen van hun eigen leerroute, en er geen barrières moeten zijn om mee te kunnen doen.
Voor onderwijsorganisaties en docenten uit de FOSA-stuurgroep komt dat voor bijvoorbeeld de waarde autonomie onder meer neer op het minder afhankelijk willen zijn van vaste, allesomvattende lesmethodes en allesomvattende administratiepakketten die te weinig rekening houden met de veranderende wensen van het onderwijsveld. Daarnaast is meer zeggenschap gewenst over de eigen onderwijsgegevens. Deze moeten zonder belemmeringen beschikbaar zijn voor de onderwijsorganisatie. Samengevat zou je deze twee wensen ten aanzien van meer autonomie kunnen aanduiden met: van aanbodgedreven naar vraaggestuurd onderwijs.
De kernwaarden vormen de motivatie voor het opstellen van een architectuur. Die architectuur moet invulling geven aan die kernwaarden via het uitwerken van principes, kaders en modellen die ten grondslag liggen aan bijvoorbeeld de informatiehuishouding van een onderwijsorganisatie of -sector.