- Tips
- |
- Digitale geletterdheid
- |
- po
- vo
7 succesfactoren voor goed DG-onderwijs voor schoolleiders
Alle po- en vo-scholen moeten zich voorbereiden op onderwijs in digitale geletterdheid (DG). In die voorbereiding staat de schoolleider centraal. Wat moet die doen, kunnen en weten? Eén van de zeven succesfactoren: “Blijf het grotere verhaal vertellen en zoek daarbij steun bij andere leraren, ouders en andere partijen rond de school.”
Door de redactie
Een simpel recept voor de professionalisering van digitale geletterdheid valt natuurlijk niet te geven. Maar wel een aantal nuttige tips en adviezen, gebaseerd op de ervaringen die tot nu toe zijn opgedaan.
1. Weet waar je het over hebt
De rol van schoolleiders is volgens bestuursvoorzitter Jan Kees Meindersma van de Groeilink, een stichting voor katholiek en interconfessioneel primair onderwijs in en rondom Gouda, heel belangrijk, zeker bij digitale geletterdheid. Zij moeten goed beslagen ten ijs komen, is zijn aanbeveling.
Als je geen idee hebt van de urgentie en de inhoud van digitale geletterdheid, kun je ook niet weten waar je op aanstuurt
Verdiep je als schoolleider dus in de nieuwe wereld van nepnieuws, deep fakes, kritisch bronnenonderzoek, AI, streams en datateams. Vraag je af hoe de toekomstige beroepspraktijk eruit gaat zien en wat dat betekent voor het onderwijs. “Als je geen idee hebt van de urgentie en de inhoud van digitale geletterdheid, kun je ook niet weten waar je op aanstuurt”, waarschuwt Meindersma.
2. Stel grenzen en schep ruimte
Om alles in de hand te kunnen houden, moet je als schoolleider je tijd en grenzen wel goed blijven bewaken, adviseert bestuursvoorzitter Sylvia Veltmaat van Flores Arnhem, dat zo’n 33 po-scholen verenigt. Maar schep ook ruimte om de buitenwereld binnen te halen.
Schep genoeg ruimte om allerlei onderwijsontwikkelingen te volgen en de buitenwereld binnen te laten in je school
Op grond van haar eigen ervaringen raadt zij schoolleiders aan zich niet te veel te laten meeslepen door de waan van de dag. “Schep genoeg ruimte om allerlei onderwijsontwikkelingen te volgen en de buitenwereld binnen te laten in je school.” Die buitenwereld bestaat uit ouders, de buurt, bedrijven en instellingen uit de wijk of het dorp: alles wat je daar maar van kunt leren. Ook op het gebied van digitale geletterdheid.
3. Laat invoering digitale geletterdheid niet volledig over aan ict-coördinatoren
Digitale geletterdheid wordt vaak gezien als een taak voor de ict-coördinator. Dat is niet altijd even succesvol, heeft ex-schoolleider Nadia Demaret (nu senior adviseur bij Kennisnet) ervaren. Dit soort grote veranderingen vraagt om een structurelere inbedding: van bestuur tot schoolleiding, en van lerarenteam tot buitenschoolse context. “Er kan wel een kernteam zijn dat actief de veranderingen agendeert en inspireert, en op de troepen vooruitloopt, maar de verandering is van iedereen”, aldus Demaret.
Demaret maakte het DG-invoerings- en ontwikkelingsproces van dichtbij mee, als directeur van Vrijeschool Widar (po) in Delft. Ze maakte digitale geletterdheid tot een van de speerpunten van de school, waardoor het vak nu, mede dankzij haar opvolger, geïntegreerd is in alle lessen en vakken. Ondanks de aanvankelijke – en vaak begrijpelijke – scepsis bij leraren en ouders.
“Kernpunt is dat je een visie moet hebben op verandering”, benadrukt Demaret. “Onderzoek hoe je je onderwijs wil aanpassen, bijvoorbeeld door invoering van digitale geletterdheid, en bepaal waar je naartoe wilt. Laat dat niet in het midden hangen. En laat het vooral niet alleen maar aan anderen over. Weet als schoolleider wat je zelf te doen staat.”
4. Vertel het grotere verhaal rond DG
Blijf ‘het grotere verhaal’ vertellen, adviseert Demaret. Waarom onderwijs in DG nodig is. “Omdat de wereld verandert. Omdat je je leerlingen zo goed mogelijk de wereld in wil helpen. Als ze naar het vo gaan, moeten ze goed beslagen ten ijs komen, want daarna gaan ze studeren of het werkende leven in. Dat grotere verhaal moet je blijven vertellen. En jij niet alleen. Ook het bestuur heb je daarbij nodig. Als schoolleider moet je iedereen er zoveel mogelijk bij betrekken; van de leraren tot de ouders.”
Een team dat vanuit een eigen visie op het onderwijs opereert, kan uiteindelijk met alle ontwikkelingen omgaan
Dat grotere verhaal is natuurlijk afhankelijk van de visie die een school heeft ontwikkeld. Bij Vrijeschool Widar was dat de overtuiging dat leraren kinderen veilig, vaardig, aardig en waardig moeten leren omgaan met de wereld en zichzelf. Dat geldt ook voor de omgang met ict en DG. Demaret: “Een team dat vanuit een eigen visie op het onderwijs opereert, kan uiteindelijk met alle ontwikkelingen omgaan. Of dat nu corona is, of TikTok, of een aangepast curriculum.”
5. Begin klein, breid het daarna uit (en neem de ouders mee)
Een andere succesfactor bij het ontwikkelen van het DG-project van Widar was dat het aanvankelijk klein werd opgezet, met leraren en medewerkers die al enige enthousiasme lieten blijken over deze nieuwe ontwikkelingen. “Begin bijvoorbeeld door iedere woensdagochtend iets op DG-gebied te doen, in een paar klassen, en kijk wat dat oplevert. Zie het als een olievlek die zich kan uitbreiden als het goed gaat.”
“Daarvoor moet je wel de ruimte en de mogelijkheden hebben”, erkent Demaret. Ze kwam er al snel achter dat ze tijd, capaciteit en expertise van buitenaf nodig had, en diende daarom een versnellingsvraag in met de PO-Raad en Kennisnet.
Verwacht ook niet dat iedereen meteen aan boord is. “Je moet niet denken dat de hele school al vanaf het begin meegaat of mee moet. En vergeet daarbij ook de ouders niet, want die hebben soms bewust gekozen voor een school waar kinderen niet achter het scherm zitten. Ook zij willen meegenomen worden in het grotere verhaal én wat dat betekent voor het onderwijs in de klas.”
6. Zoek ambassadeurs (en enthousiasmeer de twijfelaars)
De olievlek uitbreiden kan het beste door het grotere verhaal te blijven vertellen en daarbij steun te zoeken bij andere leraren, ouders en andere partijen rond de school. Maak ze voortdurend deelgenoot van het proces, zegt Demaret. “Laat zien wat er gaat gebeuren.” Bijvoorbeeld dat er ook veel DG-onderwijsvormen zijn waar geen schermen of computers aan te pas komen. “Zo werden de ouders langzaamaan enthousiaster. Dat werden onze ambassadeurs.”
Uiteindelijk blijven er altijd leraren en ouders over die deze ontwikkeling niet zien zitten, zo wijst de praktijk uit. Die mensen moet je als schoolleider naar je toe trekken. Demaret: “Dat moet je niet aan je ict-coördinator of projectleider overlaten. Jij moet als schoolleider zelf met die mensen in gesprek.”
Probeer dus niet uit alle macht iedereen meteen mee te krijgen. Probeer twijfelaars niet te overtuigen, maar te enthousiasmeren. “Zet je lerarenteams rond tafels en laat ze kennismaken met VR-brillen, 3D-printen en coderen. En verwacht niet meteen dat ze allemaal meegaan”, stelt Demaret.
7. Toon leiderschap
“Denk vooral goed na over het leiderschap dat dit vraagt”, adviseert Demaret. “In elke situatie en in elke fase.” Als schoolleider moet je de regie blijven voeren over dit proces, is haar stellige overtuiging. Dat vindt ook Jan Kees Meindersma van De Groeiling. “Goed nadenken over de ontwikkelingen op dit gebied, in gesprek gaan met iedereen en scherpe keuzes maken.” Verder raadt Meindersma ook aan om goed naar buiten te blijven kijken. “Wat doen andere scholen? Daar steek je heel veel van op!” Ook dat hoort bij goed leiderschap.