Doorgaan naar hoofdinhoud
  • Stappenplan
  • |
  • Leermiddelen
  • |
  • po
  • vo

Aan de slag met leermiddelenbeleid

Je hebt als schoolbestuur of als school besloten aan de slag te gaan met het opstellen van leermiddelenbeleid. Omdat er aanbestedingen aanstaande zijn, je het hoofd wilt bieden aan de uitdagingen die een complex en veranderend onderwijslandschap aan je school stellen of omdat lerarenteams binnen je school vragen naar richtlijnen voor het keuzeproces leermiddelen waarin ze zitten. Hoe pak je dit concreet aan?

Door Anneke van den Broek

14 november 2024
24 minuten lezen

Je hoeft geen doorgewinterde projectleider te hebben of te zijn om leermiddelenbeleid op te stellen. Het stappenplan Starten met leermiddelenbeleid leidt je in vijf stappen door het proces. Het helpt je het leermiddelenbeleid voor het eerst op papier te zetten of het bestaande beleid door te ontwikkelen, zonder dat je het wiel opnieuw hoeft uit te vinden. De stappen worden niet altijd lineair doorlopen. Vaak lopen de stappen (deels) parallel aan elkaar en soms wordt een stap herhaald. 

Lees ook waarom investeren in een leermiddelenbeleid loont.

Stappen voor het opzetten van een leermiddelenbeleid.

  • Stap 1: Voorbereiden

    Een goede voorbereiding leidt niet alleen tot een doordacht proces, maar ook tot concrete resultaatafspraken en een haalbare planning. In deze stap vervul je de volgende taken:

    • de juiste personen betrekken
    • de beginsituatie in kaart brengen
    • de randvoorwaarden bepalen
    • de doelstellingen bepalen
    • de onderwerpem bepalen

    De juiste personen betrekken

    Bij het ontwikkelen van leermiddelenbeleid werken een opdrachtgever en opdrachtnemer samen. De opdrachtgever geeft een heldere opdracht en omschrijft de aanleiding, het doel en het beoogde resultaat. Daarmee is de opdrachtgever eindverantwoordelijk voor de ontwikkeling en het beheer van het beleid. De opdrachtnemer vertaalt deze opdracht naar een concreet beleidsstuk. Dit gebeurt bij voorkeur door een werkgroep, eventueel aangevuld met een externe deskundige, die bestaat uit vertegenwoordigers van verschillende geledingen en/of locaties van de organisatie. Zo ontstaat er een brede dialoog. Gedragen beleid ontstaat immers als zo veel mogelijk perspectieven zijn meegenomen in het proces.

    Let op! Het kan gebeuren dat de schoolleider zowel opdrachtnemer als opdrachtgever is. Is dat in jouw situatie het geval? Je kunt dan iemand uit het bestuur of de MR als opdrachtgever vragen. Als je ervoor kiest om beide rollen te vervullen, dan is het raadzaam geregeld met anderen te sparren over de inhoud en de kwaliteit van het eindresultaat. Een soort kritisch oog om jou in je dubbelrol als uitvoerder én opdrachtgever scherp te houden.

    “Leermiddelenbeleid zet je in het ‘heen en weertje’ tussen de docent, leermiddelencoördinator, ict-manager en de schoolleider. Ieder heeft een eigen rol en perspectief en dit moet met elkaar worden afgestemd. Je maakt je beleid vanuit een dialoog.”
    – Cors Westerdijk & Robert Zondervan, CVO ’t Gooi

    De beginsituatie in kaart brengen

    Begin met het in kaart brengen van je huidige situatie rondom leermiddelen plus je wensen ten aanzien van de toekomst van je onderwijs en dus van je leermiddelen. Op deze manier heb je vooraf een beeld van de behoeftes, ambities en beleidsrijpheid van je organisatie of school met betrekking tot leermiddelen. Ook al staat er nog geen ‘officieel’ leermiddelenbeleid op papier, dat betekent niet dat je nog niet nagedacht hebt over relevante aspecten of zelfs al werkt vanuit bepaalde kaders of inzichten, als het gaat over bijvoorbeeld leermiddelenkeuzeprocessen of het werken met open leermateriaal.

    De randvoorwaarden bepalen

    Breng de randvoorwaarden in kaart die je opdrachtgever stelt voor het opstellen van leermiddelenbeleid. Randvoorwaarden geven de kaders die nodig zijn om een beleid mee uit te voeren en schetsen hoe je te werk gaat en waar je rekening mee moet houden. Ze kunnen praktisch van aard zijn (de tijd die je mag spenderen aan het opstellen van leermiddelenbeleid of collega’s die je moet betrekken) of meer richtinggevend (aansluiting bij onderwijsvisie of andere domeinen zoals ict-beleid).

    De doelstellingen bepalen

    Als de kaders helder zijn, verdiep je je in de doelstellingen, de concrete resultaten die je wilt behalen met je beleid. Je vraagt je dan af wat het leermiddelenbeleid moet opleveren, waar je als onderwijsinstelling tegenaan loopt waar een leermiddelenbeleid bij kan helpen en welke kansen en risico’s je ziet. Vertaal dat naar realistische doelstellingen, waarbij je onderscheid kunt maken tussen korte- en langetermijndoelstellingen. Bijvoorbeeld de leermiddelenmix beter laten aansluiten bij de onderwijsvisie van de school, bij technologische ontwikkelingen of veranderend curriculum. Maar denk ook aan doelstellingen die te maken hebben met budgetbewaking of de inzet van AI. Probeer de doelen zo concreet mogelijk (Smart) te formuleren en neem ze op in een resultatenchecklist. Door doelen hierin expliciet op te nemen, ben je later beter in staat het leermiddelenbeleid te evalueren en te verbeteren.

    Direct gekoppeld aan de doelstellingen is het van belang dat de opdrachtgever een uitspraak doet over de situatie(s) waarin het leermiddelenbeleid geraadpleegd moet worden. Denk hierbij aan de voorbereiding van een leermiddelenaanbesteding, bij leermiddelenkeuzeprocessen of het samenstellen van de leermiddelenlijst (vo).

    “Het is fijn om over een leermiddelenbeleid te beschikken voordat je gaat aanbesteden, zodat je duidelijk hebt als stichting wat je wilt. Maar je kunt in principe op elk moment met leermiddelenbeleid aan de slag. Je valt hier het hele jaar op terug.”
    – Paul Habets, SOML

    De onderwerpen bepalen

    Er is geen vaste vorm of indeling voor een leermiddelenbeleid. Stem de vorm wel af met je opdrachtgever (zie randvoorwaarden): wordt dit bijvoorbeeld een apart document of een lijst met richtinggevende uitspraken in het schoolbeleid?

    Belangrijke elementen voor de indeling zijn:

    1. Aanleiding, scope en doel
    2. Link met onderwijskundige visie en doel
    3. Link met andere domeinen
    4. Richtlijnen voor keuze en aanschaf van leermiddelen
    5. Leermiddelenbeleid in de praktijk
    6. Leermiddelenbeleid onderhouden

    Deze opsomming kun je als inhoudsopgave gebruiken. Voel je vrij om specifieke onderwerpen toe te voegen die belangrijk zijn voor jouw school.

Tips bij stap 1

Voorbeelden bij stap 1

Hulpmiddelen bij stap 1

  • Stap 2: Plannen

    Plannen is een belangrijke stap in het proces om tot een leermiddelenbeleid te komen. Om dit goed te doen zijn doorloop je de volgende processen:

    • planning maken
    • procedureafspraken maken

    Planning maken

    Tijd is een belangrijke factor bij het opstellen van een leermiddelenbeleid. Enige tijdsdruk leidt vaak tot een resultaatgerichte aanpak. Een planning zorgt ervoor dat het een overzichtelijk traject wordt. Deel de planning ook met je opdrachtgever. Het is raadzaam om na elke deadline even samen zitten om de voortgang te bespreken.

    De planning kun je bijvoorbeeld maken aan de hand van het overzicht van onderwerpen dat je in stap 1 hebt gemaakt. Noteer per onderwerp:

    • wie je hiervoor nodig hebt,
    • wanneer je deze persoon of personen nodig hebt,
    • hoeveel tijd (uren) je nodig denkt te hebben om het onderwerp uit te werken.

    Neem mijlpalen en daaraan gekoppelde deadlines op in de planning:

    • Wanneer is elk element/hoofdstuk af?
    • Wanneer is het beleid in concept af?
    • Wanneer is het definitieve beleid gereed? (zie randvoorwaarden)
    • Wanneer moet het beleid goedgekeurd/vastgesteld zijn?
    • Wanneer en hoe wordt het beleid gedeeld?

    Procedureafspraken maken

    Een planning zorgt voor een goede doorloop van je beleidsproject en geeft de taken en deadlines aan voor de leden van de werkgroep. Denk bij het maken van je planning ook na over vervolgtaken, leg ze vast en communiceer ze in een vroeg stadium met de betrokkenen. Bijvoorbeeld:

    • Wie reviewt het leermiddelenbeleid?
    • Wie keurt het leermiddelenbeleid uiteindelijk goed en stelt het vervolgens vast?
    • Met wie en op welke manier wordt het leermiddelenbeleid na vaststelling gedeeld?
    • Wat is de planning voor de implementatie en borging van het leermiddelenbeleid, om te komen van een plan tot daadwerkelijke uitvoering?

  • Stap 3: Opstellen leermiddelenbeleid

    Maak het leermiddelenbeleid zo concreet mogelijk in de vorm van richtinggevende uitspraken (uitgangspunten) op het gebied van leermiddelen. De basis hiervoor is de onderwijsvisie. Deze uitspraken, en vooral de discussie erover, moeten richting geven aan de keuzes die (later) op het gebied van leermiddelen moeten worden gemaakt. Zorg voor uitspraken over het kiezen (organisatorisch, verhouding fysiek/digitaal en gesloten/open, kwaliteit), inkopen (kosten) en gebruiken (implementatie, logistiek) van leermiddelen. Houd daarbij de randvoorwaarden die je in stap 1 geformuleerd hebt in gedachten en gebruik de Checklist Elementen leermiddelenbeleid als leidraad. Denk dus ook aan uitspraken die zorgen voor samenhang tussen verschillende domeinen: ict, inkoop, personeel/hr, kwaliteit, financiën, zorg, didactiek/pedagogiek en ethiek. 

    Vermeld per richtinggevende uitspraak wat je wilt bereiken, waarom en hoe je dit wilt gaan doen. Controleer bovendien of deze uitspraken andere beleidsstukken, zoals je beleid op AI, aanvullen, versterken en zeker niet tegenspreken.  

    Leermiddelenbeleid versus keuzecriteria

    Richtinggevende uitspraken in het leermiddelenbeleid zijn niet hetzelfde als criterialijsten voor leermiddelen. Het leermiddelenbeleid geeft richting en kaders, maar een lerarenteam moet op basis van wensen en ervaringen zelf criteria formuleren of een bestaande lijst met keuzecriteria aanvullen. Het leermiddelenbeleid vormt een basis voor het opstellen van een criterialijst. Het is mogelijk dat de richtinggevende uitspraken in verschillende keuzeprocessen tot overlappende criteria leiden, maar dit hoeft zeker niet het geval te zijn. De richtinggevende uitspraken vormen daarom de basis voor het keuzeproces zelf, en voor het opstellen van een criterialijst. 

    Valkuilen bij opstellen van je leermiddelenbeleid

    Let er bij het opstellen van je beleid op dat dit realistisch blijft. Het is goed om eigen voorwaarden te benoemen, maar ‘leermiddelenleveranciers’ moeten wel in staat zijn om te leveren. Leermiddelenleveranciers zijn in dit geval niet alleen de (huidige) commerciële marktpartijen, maar ook leveranciers (eigen leraren?) van aanvullend en open leermateriaal. Leg de richtinggevende uitspraken over (digitale) leermiddelen bij hen neer en vraag of en hoe zij concreet een vertaalslag kunnen maken van jullie beleid naar hun eigen dienstverlening en producten. 

    Leermiddelenbeleid in het klein is klaar 

    Nu je de richtinggevende uitspraken opgesteld hebt, heb je in feite al een leermiddelenbeleid in het klein af! Je kunt hiermee aan de slag en de volgende stappen gaan zetten. Heb je in de voorbereiding besloten om er een groter beleidsstuk van te maken, dan ga je deze richtinggevende uitspraken een voor een meer in detail uitwerken. 

Voorbeelden bij stap 3

“Leermiddelenbeleid op onze school is echt op hoofdlijnen: dit is wat wij verstaan onder goed onderwijs en daar moeten de leermiddelen op aansluiten. Een uitspraak betreft bijvoorbeeld de leermiddelenmix. Wij zijn voorstander van folio, dus we willen niet dat methodes volledig digitaal zijn. We vinden het belangrijk dat er nog steeds een boek is en dat leerlingen nog gedwongen worden om te schrijven. Een andere uitspraak betreft onze keuze om meer richting formatief werken te gaan. Dus dat komt terug in het beleid en is van belang bij leermiddelenkeuzes.”

– Martijn Blom, Augustinianum 

Tips bij stap 3

  • Stap 4: Vaststellen leermiddelenbeleid

    Nu de body van het leermiddelenbeleid is opgesteld, is het tijd om de puntjes op de i te zetten, je werk te (laten) reviewen en tot een definitieve en vastgestelde versie te komen. Bij de procedureafspraken in stap 2 heb je aangegeven wie het leermiddelenbeleid: reviewt, goedkeurt en vaststelt. In deze stap doorloop je nog de volgende fases: 

    • feedback ophalen 
    • reviewen 
    • vaststellen 

    Feedback ophalen 

    Gedurende het proces heb je op verschillende momenten stilgestaan bij inhoud en voortgang en de feedback daarop kunnen verwerken. In deze fase is het zinvol nog een laatste feedbackronde te doen. Kijk als werkgroep nog een keer naar de doelstellingen die je hebt opgesteld. Gebruik daarvoor de resultatenchecklist uit stap 1. Komen alle elementen terug in het beleid? Sommige doelstellingen zijn wellicht niet direct te toetsen, en dat is ook niet erg. Denk hierbij aan het verlagen van uitgaven. Dit is waarschijnlijk pas te toetsen op het moment dat er weer leermiddelen worden ingekocht. Heb je in de voorbereidingsfase user stories laten schrijven om input op te halen, loop deze nog eens na: herken je de wensen in het beleid? 

    Leg dan je conceptbeleid voor aan de klankbordgroep, de groep onderwijsprofessionals die je enquête ingevuld hebben of user stories hebben aangeleverd en vraag om feedback. Geef duidelijk aan op welke punten en op welke manier ze feedback kunnen geven, om te voorkomen dat discussies opnieuw gevoerd worden. 

    Reviewen: de definitieve versie 

    Lees zelf nog eens rustig het stuk door. Verwerk de laatste feedback en je hebt een definitieve versie van je leermiddelenbeleid!

    Vaststellen 

    Nu is het tijd om het leermiddelenbeleid te laten vaststellen. Denk, als je dat nog niet gedaan hebt, in dit kader ook aan de rol van de MR. Vraag na of het leermiddelenbeleid nog langs de MR moet gaan en laat het stuk zo nodig ook door hen goedkeuren. 

  • Stap 5: Leermiddelenbeleid implementeren

    Het leermiddelenbeleid staat op papier, is goedgekeurd en vastgesteld. Dan begint het belangrijkste en tegelijkertijd wellicht ook uitdagendste deel: de implementatie. Om ervoor te zorgen dat het beleid wordt omarmd, dat het wordt geraadpleegd  als er leermiddelenkeuzes gemaakt worden, dat de verschillende geledingen binnen je school aangehaakt blijven en dat het beleid wordt geborgd in de organisatie moet je het: 

    • delen en publiceren 
    • actief onder de aandacht blijven brengen (leermiddelenbeleid in de praktijk)
    • evaluaeren en borgen 

     Delen en publiceren 

    Bij het maken van procedureafspraken in stap 2 heb je afgesproken met wie hoe je het leermiddelenbeleid na vaststelling deelt en of (en waar) je het publiceert. Deel je het alleen intern of ook met ouders? Neem je het dan op in je interne beleidsdocumenten of ook in de schoolgids? De manier waarop je het beleid deelt, kan in ieder geval bijdragen aan een succesvolle implementatie. 

    Leermiddelenbeleid in de praktijk 

    Je hebt in stap 1 vastgelegd in welke situaties het leermiddelenbeleid geraadpleegd moet worden. Ervoor zorgen dat dat in de praktijk ook daadwerkelijk gebeurt, heeft iets meer nodig dan het vastleggen alleen. Vanaf het begin van je proces heb je de onderwijsprofessionals in je organisatie er al bij betrokken via de werkgroep, enquête en feedbackrondes. Dat is een goede start! Blijf het leermiddelenbeleid actief onder de aandacht brengen van de personen die zich op school met leermiddelen (gaan) bezighouden. Neem eventueel samen het leermiddelenbeleid door. Zorg ook dat het vindbaar blijft en alle betrokkenen weten waar ze naartoe kunnen met vragen.

    Evaluatie en borging

    Een leermiddelenbeleid is nooit af. Beschouw het als een groeidocument. Het is belangrijk om niet alleen het proces maar ook het beleid zelf te evalueren. Bekijk het proces dat je doorlopen hebt: wat ging goed en wat kon anders? Die inzichten komen zeker van pas in andere processen die je met elkaar doorloopt. Evalueer daarnaast het beleid zelf ook periodiek. Agendeer bijvoorbeeld een jaarlijkse review met de personen die verantwoordelijk zijn voor het kiezen, inkopen en gebruiken van leermiddelen. Dan kun je kijken hoe het naleven van het leermiddelenbeleid op de verschillende onderdelen verloopt. Ook kun je met elkaar bespreken of het leermiddelenbeleid bijdraagt aan het behalen van de doelstellingen die zijn opgesteld bij stap 1 of dat je nog zaken moet bijstellen. 

    Een periodieke evaluatie draagt bij aan borging van je beleid. Je wilt er tenslotte voor zorgen dat je beleid effectief wordt ingezet, omarmd wordt en duurzaam bijdraagt aan je doelen. Probeer in dat kader ook nieuwe ideeën rondom het beleid te koppelen aan bestaande processen of initiatieven (schoolplanning of studiedagen), op een laagdrempelige manier feedback te verzamelen en de verantwoordelijkheid voor de ‘bewaking’ ervan vast te leggen (bijvoorbeeld bij een bouwcoördinator in het po of een leermiddelencoördinator in het vo). 

“We zijn op verzoek van het bestuur gestart met een onderwijskundige visie op leermiddelen, waarin zaken als professionalisering, curriculumontwikkeling, denken vanuit leerdoelen en de relatie tot kosten aan bod komen. Daarvoor zijn interessante gesprekken gevoerd met allerlei mensen in de scholen. En dan gebeurt er ook wel degelijk iets. Er is nog een lange weg te gaan. Toch merk je dat het op een of andere manier bij mensen de ogen voorzichtig geopend heeft. Dat er nu vragen gesteld worden, dat er om advies gevraagd wordt, omdat ze zich realiseren dat als we de ambities willen bereiken die we met elkaar afgesproken hebben, we bepaalde zaken echt anders moeten doen dan we deden. En dat is winst!”

– Berna Laumen, Frank Crooijmans – Quadraam 

Tips bij stap 5

OnderwijsInzicht 2025

Kennisnet-adviseur Anneke van den Broek legt op OnderwijsInzicht uit hoe je bewuste keuzes maakt voor digitale leermiddelen en hoe je het selectieproces verbetert: van visie en beleid tot implementatie. Dit is een van de vele interessante sessies op OnderwijsInzicht op vrijdag 17 januari in Nieuwegein

De onderwerpen waarover wij publiceren