- Uitleg
- |
- Leermiddelen
- |
- po
- vo
Optimaal de digitale leeromgeving gebruiken? Deze instrumenten geven je inzicht
De tool 'Leeromgeving in kaart' en het model van de digitale leeromgeving vergroten je inzicht in het gebruik van de digitale leeromgeving. Dat is belangrijk, want inzicht geeft je meer regie op de inrichting en inzet daarvan.
Door Rick de Visser
Doordat we steeds meer applicaties gebruiken om digitaal te leren, samen te werken en gegevens uit te wisselen, wordt de digitale leeromgeving steeds complexer. In een goed werkende digitale leeromgeving is er een samenhang tussen alle applicaties, en sluiten die aan bij de visie en werkwijze van de school. Keuzes voor en over applicaties hebben effect op hele digitale leeromgeving, en daarmee ook op de manier van (samen)werken en onderwijs geven. Daarom is het belangrijk een goed overzicht van de digitale leeromgeving te hebben.
Van inzicht naar regie met model en tool
Om schoolbesturen meer inzicht te geven in hun digitale leeromgeving, ontwikkelde Kennisnet samen met schoolbesturen het model van de digitale leeromgeving. Met dit model kun je de digitale leeromgeving van jullie school/scholen in kaart brengen en hierover met het team in gesprek gaan. Daarnaast ondersteunt de tool Leeromgeving in kaart je bij het invullen en inzichtelijk maken van de digitale leeromgeving.
Model en tool geven je inzicht en daardoor regie op het organiseren en inrichten van de digitale leeromgeving.
Het model van de digitale leeromgeving
Dit model gaat uit van het onderwijsproces zelf, niet van de applicaties. Het geeft een overzicht van de processen die door een digitale leeromgeving worden ondersteund. Het model van de digitale leeromgeving onderscheidt de processen die zich richten op het geven en volgen van onderwijs van de processen die zich richten op de onderwijsondersteuning.
Onderwijsprocessen
De processen binnen ‘Onderwijs’ zijn onderdeel van cycli die op verschillende niveaus te herkennen zijn. Een cyclus vindt bijvoorbeeld plaats op lesniveau: een les wordt voorbereid, klaargezet, uitgevoerd en geëvalueerd, waarna er weer een nieuwe les wordt voorbereid. Tegelijkertijd vinden er cycli plaats over bijvoorbeeld een jaar of over de gehele schoolperiode van een leerling. Een ander niveau is de focus op een groep of leerling. Het model brengt deze variaties onder in de vijf processen en biedt daarmee een overzichtelijke structuur om de digitale leeromgeving in kaart te brengen.
Onderwijsondersteuningsprocessen
Bij onderwijsondersteuning gaat het om processen die zich richten op secundaire of voorwaardelijke taken. Denk aan het beheren van leerlinginformatie, het plannen van het onderwijs en digitaal samenwerken.
Niet in dit model
Activiteiten rondom de bedrijfsvoering (zoals financiële en personeelsadministratie) of rondom het beheer van de ict-systemen zijn niet in dit model opgenomen.
Daarnaast is het model niet geschikt om in details alle leermiddelen van educatieve uitgeverijen en andere specifieke vakgerichte leermiddelen te inventariseren.
Referentiearchitectuur voor het funderend onderwijs
Wil je dieper ingaan op de processen uit dit model? Bijvoorbeeld om de informatie-uitwisseling tussen verschillende applicaties in kaart te brengen?
Bekijk de FORA: de referentiearchitectuur voor het funderend onderwijsZelf aan de slag
Er kunnen verschillende aanleidingen zijn om de digitale leeromgeving in kaart te brengen en hierover in gesprek te gaan. Elke aanleiding vraagt om een specifieke focus in het gesprek en bepaalt welke stappen jullie kunnen nemen.
Mogelijke aanleidingen
De digitale leeromgeving is een samenhang van applicaties die over verloop van tijd is ontstaan. Hierdoor kunnen functionaliteiten elkaar overlappen. Of jullie gebruiken niet alle functionaliteiten die een applicatie aanbiedt. Het in kaart brengen en bespreken van de digitale leeromgeving helpt om dit te signaleren.
Een mogelijke aanpak:
- Stel een groep samen met verschillende mensen uit de school.
- Vul tijdens een gezamenlijke (digitale) bijeenkomst samen Leeromgeving in kaart in.
- Evalueer met elkaar de huidige situatie van het gebruik van de functionaliteiten binnen de digitale leeromgeving. Welke overlap of hiaten zijn er? Welke applicaties sluiten niet goed op elkaar aan? Worden alle processen goed ondersteund?
De digitale leeromgeving verandert regelmatig: om allerlei redenen komen er nieuwe applicaties bij en andere worden vervangen. Licenties lopen af, de school gaat op een nieuwe manier (samen)werken, er is een fusie of de visie op het gebruik van ict verandert. Maar op welke (onderwijs) processen heeft deze verandering van de digitale leeromgeving invloed? En welke elementen zijn voor de school belangrijk om goed dit proces uit te kunnen voeren?
Een mogelijke aanpak:
- Stel een groep samen met de personen die verantwoordelijk zijn voor het kiezen en inkopen van een nieuwe applicatie, en de toekomstige gebruikers van die applicatie.
- Inventariseer via Leeromgeving in kaart met welke processen de nieuwe applicatie in aanraking komt.
- Ga in gesprek met de gebruikers (leerlingen, leraren, ouders, etc) en inventariseer hun behoeften binnen deze processen. Mogelijk blijkt hieruit dat andere functies nodig zijn dan aanvankelijk werd gedacht.
- Maak een longlist van verschillende applicaties die in deze behoefte voorzien en vergelijk in welke mate ze voldoen aan de gewenste functionaliteit. Neem hierin ook de applicaties mee die al in de digitale leeromgeving beschikbaar zijn.
- Houd bij het maken van een keuze voor een applicatie ook rekening met de aspecten van Vier-in-balans en check of de applicatie voldoet aan eisen rondom informatiebeveiliging en privacy.
- Evalueer na verloop van tijd of de applicatie aan de gewenste functionaliteit voldoet. Ga hiervoor opnieuw in gesprek met gebruikers.
Besturen staan voor de opgave om een digitale leeromgeving te realiseren die enerzijds scholen ondersteunt met een goed werkende samenstelling van applicaties en anderzijds scholen ruimte geeft om zelf applicaties te kiezen die aansluiten bij hun onderwijsvisie. Met Leeromgeving in kaart creëer je inzicht in hoe er bovenschools met deze beide aspecten rekening wordt gehouden.
Een mogelijke aanpak:
- Stel een groep samen waarin verschillende scholen uit het bestuur zijn vertegenwoordigd.
- Ga met elke school afzonderlijk aan de slag met Leeromgeving in kaart om een overzicht van elke school te creëren. Tip: als je bovenschools al een keer Leeromgeving in kaart doorloopt, geeft dat een basis waarop elke school zelf een variatie kan maken.
- Organiseer een gezamenlijke bijeenkomst voor alle deelnemende scholen waarin zij hun digitale leeromgeving presenteren aan de hand van de resultaten uit Leeromgeving in kaart.
- Voer met elkaar een gesprek over de verschillende digitale leeromgevingen. Waarin verschillen de scholen van elkaar? Waarin zit de overlap? Wat is fijn om binnen het bestuur te uniformeren, waarin willen scholen juist uniek zijn?
Aandachtspunten
Waar moet je op letten bij het nadenken over de digitale leeromgeving.
1. Leg de verantwoordelijkheid op de juiste plek
In de verkenning naar de digitale leeromgeving is het belangrijk om verschillende personen uit de organisatie te betrekken. Denk hierbij aan personen die van de digitale leeromgeving gebruikmaken of deze beheren. Een belangrijke vraag is op welk niveau afspraken worden gemaakt over de keuze, aanschaf en het gebruik van een bepaalde applicatie. Maak goede afwegingen tussen enerzijds het belang om bepaalde zaken schooloverstijgend en uniform te organiseren en anderzijds het belang om mensen te laten werken met een applicatie die past bij hun specifieke behoeften.
2. Vier in balans bepaalt het rendement van de digitale leeromgeving
Het Vier in balans-model laat zien hoe scholen optimaal rendement kunnen halen uit ict en beschrijft de randvoorwaarden die nodig zijn om ict in het onderwijs goed te kunnen gebruiken. Leeromgeving in kaart helpt vooral bij het inzicht creëren in de ‘toepassingen’ van de digitale leeromgeving. Dit perspectief kun je vergelijken met de andere randvoorwaarden van Vier in balans. Bij het inrichten van de digitale leeromgeving zijn alle vier randvoorwaarden uit het Vier in balans-model van belang: visie, deskundigheid, inhoud en toepassingen, en infrastructuur.
3. De samenhang van applicaties
Omdat de digitale leeromgeving bestaat uit verschillende applicaties kan het een uitdaging zijn om een goede samenhang te organiseren.
- Functionaliteit: voor leraren, leerlingen en andere gebruikers is het prettig als de losse onderdelen binnen de digitale leeromgeving logisch samenhangen en zoveel mogelijk op dezelfde manier werken.
- Techniek: kies indien mogelijk systemen die op ongeveer gelijke manier beheerd kunnen worden en door eindgebruikers op dezelfde manier te benaderen zijn.
- Informatie-uitwisseling: applicaties binnen de digitale leeromgeving wisselen onderling informatie uit. Gaat dat automatisch of zorgt dit voor een administratieve lastenverhoging bij administratie of leraar? Kan de uitgewisselde informatie ook daadwerkelijk naar wens worden gebruikt? Gebeurt de informatie-uitwisseling veilig en betrouwbaar?
4. De waarden van de school
Een digitale leeromgeving zou een reflectie moeten zijn van de manier waarop de school onderwijs wil organiseren en hoe medewerkers en leerlingen leren en samenwerken. Hieraan liggen bepaalde waarden ten grondslag.
Over het model
De ontwikkeling van Leeromgeving in kaart en vond gelijktijdig plaats met de doorontwikkeling van het model. Hierbij werkte Kennisnet in co-creatie samen met scholen, om het model en Leeromgeving in kaart vanuit de praktijk te ontwikkelen en in praktijk te beproeven.
Start Leeromgeving in kaart
Naar de tool
Enthousiast? Je kunt direct aan de slag.
Naar Leeromgeving in kaartMeer over Leeromgeving in kaart
Voorbeeldrapportage
pdf | 820.7 KB