- Stappenplan
- |
- Leermiddelen
- |
- po
- vo
- mbo
Stappenplan keuzeproces ELO/LMS
Het kiezen van een nieuwe elektronische leeromgeving (ELO) of een nieuw Learning Management System (LMS) vraagt om een doordachte en projectmatige aanpak. Deze toepassingen zijn onderdeel van de totale digitale leeromgeving op de school; ze bieden zowel leraren als leerlingen toegang tot digitaal leermateriaal, huiswerkplanning en opdrachten. Daarmee vormt de ELO/LMS een belangrijke pijler binnen het onderwijsleerproces. In dit stappenplan lees je hoe je tot zo’n aanpak komt en daarmee een goede keuze maakt.
Door Welmoed Lockefeer
Het keuzeproces als project
Dit stappenplan ‘Keuzeproces LMS/ELO’ helpt scholen om het keuzeproces van een nieuwe LMS/ELO-applicatie projectmatig in te richten. Het beschrijft de fases die scholen doorlopen bij het kiezen van deze applicatie. Een onderzoek van het Kohnstamm Instituut vormt de basis ervan. Door de projectmatige aanpak kunnen scholen doordachte keuzes maken en sluit het aangeschafte product beter aan bij de wensen van de leraren en behoeften van leerlingen. Het keuzeproces als project kent verschillende fases, die in onderstaande illustratie zijn weergegeven:
Dit model gaat uit van een lineair-cyclisch proces, maar er zijn ook andere manieren om dit proces in te richten. De stappen kunnen ook parallel lopen of je kunt teruggrijpen naar een vorige stap. Blijf als school alert op welke stappen er zijn en maak bewuste keuzes over het verloop van het proces.
Aanbesteding
Scholen zijn verplicht om leveringen en diensten die meer kosten dan het drempelbedrag van € 215.000 excl. btw, Europees aan te besteden. Bij de keuze van een nieuw(e) ELO/LMS, geldt dit voor de meeste scholen. Daarom richt dit stappenplan zich in eerste plaats op een keuzeproces met aanbesteding. Er is ook aandacht voor eventuele afwijkingen voor keuzeprocessen zonder aanbesteding.
Aanbesteden vergt specifieke expertise. Overweeg daarom of het zinvol is om externe projectbegeleiding in te schakelen. Het aanbestedingsproces vraagt om zorgvuldige planning en strikte naleving van wettelijke voorschriften. Dit is belangrijk dat de uiteindelijke keuze voor een ELO/LMS voldoet aan de vereiste normen en dat het proces transparant en eerlijk verloopt. In deze complexe context kan externe begeleider waardevol zijn. De externe brengt expertise en ervaring in, en kan zo bijdragen aan een efficiënt en optimaal aanbestedingsproces.
Daarnaast kan een externe begeleider de interne opdrachtnemer en de werkgroep assisteren bij de uitvoering van het projectplan. Hierdoor kun je je als schoolleider of bestuurslid volledig richten op de inhoudelijke aspecten van het project, terwijl de externe begeleider de procesmatige en organisatorische aspecten beheert. Het is belangrijk om duidelijke afspraken te maken over wie verantwoordelijk is voor de interne communicatie: de interne projectleider of de externe begeleider?
-
Stap 1: Hoe pakken we de keuze aan?
Het keuzeproces begint met het vaststellen van opdracht en kaders, gevolgd door het samenstellen van een representatieve werkgroep en het opstellen van een effectieve planning. Voor een doordachte keuze verdiept de werkgroep zich in de markt; kennis over functionaliteiten, organisatieprocessen en beschikbare producten is daarbij heel belangrijk. Een gestructureerde aanpak waarborgt een keuze die zowel aan opdrachtgevereisen als gebruikersbehoeften voldoet.
Bepaal de randvoorwaarden en kaders die de opdrachtgever (schoolleider/bestuurder) stelt voor het kiezen van een LMS/ELO. Deze voorwaarden kunnen zowel financieel als organisatorisch van aard zijn. Denk aan het budget, contractuele eisen, deadlines of de leden van de werkgroep. Daarnaast kunnen er technische en inhoudelijke randvoorwaarden zijn, zoals hieronder gespecificeerd in de toelichting op de vier randvoorwaarden van Vier in Balans.
Later in het keuzeproces zullen deze randvoorwaarden worden aangevuld en/of vertaald naar specifieke criteria die gerelateerd zijn aan het product zelf, zoals functionaliteiten, gebruiksvriendelijkheid en technische vereisten voor integratie met andere applicaties.
Hoe je tot deze voorwaarden komt, kan variëren van een overleg met de opdrachtgever tot uitgebreide interviews met verschillende betrokkenen. Documenteer deze randvoorwaarden in het plan van aanpak. Vage kaders kunnen later in het proces problemen opleveren, zoals bij de beoordeling, de definitieve keuze en het contractuele traject.
Vier in balans bepaalt het rendement van de digitale leeromgeving
Het Vier in balans-model laat zien hoe scholen optimaal rendement kunnen halen uit ict en beschrijft de randvoorwaarden die nodig zijn om ict in het onderwijs goed te kunnen gebruiken.
Bij het inrichten van de digitale leeromgeving, inclusief de keuze van componenten zoals de ELO en LMS, zijn alle vier de randvoorwaarden uit het Vier in balans-model van essentieel belang: visie, deskundigheid, inhoud en toepassingen, en infrastructuur.
Mogelijke deelstap: duidelijke opdrachtomschrijving opstellen
Een duidelijke opdracht helpt de werkgroep om snel aan de slag te gaan met het kiezen van een nieuw product. Idealiter stelt de opdrachtgever vooraf een duidelijke opdrachtomschrijving op en bepaalt hij de belangrijke randvoorwaarden, zoals het budget.
In het keuzeproces wordt de werkgroep samengesteld. Verschillende gebruikersgroepen van een ELO/LMS zijn hierin vertegenwoordigd. Hun opdracht: een onderbouwd advies geven aan bestuur/schoolleiding over welke ELO/LMS de school zou moeten aanschaffen. De samenstelling van de werkgroep hangt af van de grootte van de school en de beschikbaarheid van toekomstige gebruikers, zoals leraren en de (bovenschoolse) ict-coördinator.
Het begeleiden van het keuzeproces voor een ELO/LMS is geen dagtaak. Het komt ongetwijfeld boven op de reguliere werkzaamheden van de projectleider. Hoe voorkom je dat het een langslepend traject wordt? Maak een plan van aanpak met goede projectplanning.
Wat weet je al over een ELO/LMS? Voordat jullie een nieuw product kiezen, is het belangrijk om je erin te verdiepen. Deze kennis helpt je later (als jullie producten van verschillende aanbieders met elkaar gaan vergelijken en een definitieve keuze moeten maken) om een onderbouwde beslissing te nemen.
Ga in gesprek met je werkgroep over jullie definitie van wat een ELO/LMS is. Wat verstaan jullie eronder en waar willen jullie je oprichten? Als je meer tijd hebt, kun je ook zelf op zoek gaan naar aanvullende literatuur en deze opnemen in de bronnenlijst, die mogelijk deel uitmaakt van een adviesrapport over de uiteindelijke keuze.
Meer informatie bij stap 1
Wil je voorbeelden van randvoorwaarden of meer weten over het opstellen van een opdrachtomschrijving, het samenstellen van een werkgroep, een planning maken of de scope scherper krijgen?
Meer informatie bij stap 1-
Stap 2: Wat past bij ons?
In deze fase stelt de werkgroep de criteria op om de ELO/LMS’en aan te toetsen en kan een marktconsultatie plaatsvinden. Hiervoor is een zorgvuldige analyse nodig van wat het nieuwe systeem moet bieden op het gebied van inhoud, gebruik, integratie met bestaande tools, en eventuele specifieke behoeften van de school. Door een systematische en lineair-cyclische aanpak kan een weloverwogen keuze worden gemaakt voor het ELO/LMS dat het beste past bij de school.
De lijst met randvoorwaarden die de opdrachtgever heeft opgesteld, wordt in deze fase uitgebreid met specifieke criteria voor het product. Voor het keuzeproces is het belangrijk om stil te staan bij het belang van elk van deze criteria. Deel ze bijvoorbeeld in in wensen (een pre, maar geen ‘dealbreaker’) en eisen (het product valt af als het niet aan die eisen voldoet).
Maak een grondige evaluatie van het huidige systeem, en breng daarbij de voordelen en nadelen in kaart. Welke functionaliteiten willen jullie terugzien in een nieuw product, en op welke vlakken is er verbetering nodig?
In deze fase vergelijkt de werkgroep de producten, wordt duidelijk of er een keuze gemaakt kan worden (en zo ja welke) en neem je alle belanghebbenden hierin mee.
Een marktconsultatie biedt aanzienlijke meerwaarde door directe interactie met leveranciers, andere gebruikers (scholen), en eventuele externe adviseurs. Het doel van deze fase is het vergaren van voldoende informatie om de volgende stap te kunnen starten: het samenstellen van een shortlist van potentieel geschikte producten.
Formuleer voor de marktconsultatie een set vragen. Die kun je als leidraad gebruiken in gesprekken met leveranciers, andere gebruikers (scholen) en/of externe adviseurs. Daarnaast kunnen ze een belangrijke bron zijn bij het aanscherpen van je uitvraag (programma van eisen) en het nemen van de uiteindelijke beslissing.
Na het inwinnen van informatie over potentiële producten en een eventuele marktconsultatie, is het tijd om het bestek voor de aanbesteding af te ronden en deze te publiceren. Daarbij moeten de behoeften, technische eisen en contractuele voorwaarden duidelijk zijn. Daarnaast moeten jullie de criteria en scoringstabellen voor de inschrijvingen vaststellen.
Vervolgens wordt de aanbesteding uitgezet in een formele publicatie. Dit kunnen jullie eventueel aanvullen met een informatiebijeenkomst voor potentiële inschrijvers.
In deze fase vergelijkt de werkgroep de producten en wordt duidelijk of er een keuze gemaakt kan worden.
Meer informatie bij stap 2
Wil je meer tips om tot goede criteria te komen, meer weten over de beoordeling van producten of ben je op zoek naar informatiebronnen voor de marktconsultatie?
Bekijk hier meer informatie bij stap 2-
Stap 3: De knoop doorhakken
In deze fase vergelijkt de werkgroep de producten, wordt duidelijk of er een keuze gemaakt kan worden (en zo ja welke) en neem je alle belanghebbenden hierin mee.
- Vergelijk de producten op de shortlist of die van de partijen die hebben ingeschreven op je aanbesteding, om te bepalen welke functionaliteiten en randvoorwaarden het best aansluiten bij de behoeften van de school. Dit doet de werkgroep. Maak afspraken over verantwoordelijkheden binnen dit proces.
- Evalueer of jullie op dit moment een definitieve keuze kunnen maken op basis van de verzamelde informatie en scores. Als de resultaten dicht bij elkaar liggen of als er nog onzekerheid bestaat, overweeg dan een tweede testronde. Of voeg aanvullende criteria toe, om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen.
- De werkgroep onderbouwt de voorlopige keuze schriftelijk richting de opdrachtgever, bij voorkeur ondersteund door een presentatie.
Na de definitieve keuze gaat het keuzeproces over in een aankoopproces, onder leiding van de inkoper van de school of het bestuur.
Voldoet geen van de onderzochte producten aan de gestelde randvoorwaarden en criteria?
Keer dan terug naar de onderzoeksfase. Dit biedt gelegenheid om deze criteria te herzien. Welke criteria bleken onrealistisch? Hoe kunnen deze aangepast worden?
Na de keuze voor een ELO/LMS koppel je deze terug aan alle relevante belanghebbenden, zoals:
- het bestuur
- de leraren
- de schoolleiding
- de medezeggenschapsraad
Hiermee creëer je intern draagvlak voor de gemaakte keuze. Tijdens de terugkoppeling kunnen vragen worden beantwoord, zorgen worden aangepakt en kun je eventuele aanvullende inzichten of suggesties verzamelen, zodat de uiteindelijke implementatie van het nieuwe LMS/ELO succesvol verloopt.
In het geval van een aanbesteding informeer je nu ook alle inschrijvende partijen.
-
Stap 4: Inkopen
Bij de inkoop van een nieuw LMS/ELO-systeem zijn er diverse belangrijke aspecten om rekening mee te houden. Maak duidelijke afspraken met de leveranciers over:
- de prijs
- leveringstermijnen
- ondersteuning
- garanties
Zorg dat alle relevante details in het contract staan.
-
Stap 5: Gebruik in de klas
Een nieuw(e) ELO/LMS kan veel impact hebben op de dagelijkse processen in de school. Daarom betrek je de gebruikers ook actief bij de invoering van het product. Het is belangrijk om te analyseren wat het nieuwe product betekent voor de inrichting van de lessen.
Het succes van de invoering is sterk afhankelijk van een zorgvuldige planning en voorbereiding, inclusief het trainen van leraren en andere betrokkenen om optimaal gebruik te kunnen maken van het nieuwe ELO/LMS.
Maak met hulp van gebruikers een analyse van de verschillen tussen het oude en het nieuwe product. Vergelijk zowel technische als functionele elementen, zoals de gebruikersinterface, functionaliteiten, compatibiliteit met bestaande technologie, mogelijke en gewenste ondersteuning, en beveiliging.
Uit onderzoek blijkt dat scholen vaak niet stilstaan bij de impact van het nieuwe product op de inrichting van de lessen. Hierbij gaat het om het begrijpen van hoe het nieuwe product daadwerkelijk het leerproces zal beïnvloeden en hoe het geïntegreerd kan worden in het onderwijsproces. Gebruik de verschillenanalyse om een inschatting te maken van wat het nieuwe product betekent voor de lessen en andere onderwijsprocessen. Breng duidelijk in kaart wat er moet gebeuren voor het effectief ingezet kan worden.
Maak aan de hand van de verschillenanalyse en grootte van de impact een planning voor de technische en praktische invoering van het nieuwe product. Doe dit altijd in overleg met je leverancier, want die heeft hier ook een rol in. Als de verschillen tussen het oude en het nieuwe product groot zijn, kunnen jullie het nieuwe product gefaseerd invoeren. Begin dan bijvoorbeeld met enkele klassen en pas de planning aan op de eerste ervaringen.
De ict-verantwoordelijke binnen de organisatie overziet de technische implementatie van het nieuwe product. Zorg, mogelijk samen met de leverancier, voor de koppelingen met relevante systemen, voor het overzetten van de gewenste gegevens, het juiste level van toegang voor verschillende gebruikers en effectief gebruik op alle devices.
Zodra de technische implementatie van het nieuwe product klaar is, kan het worden ingezet in de klas. Communiceer duidelijk met alle betrokken partijen (zoals leraren, ondersteunend personeel, leerlingen en ouders) over het nieuwe product en waar zij terecht kunnen met vragen.
Blijf feedback verzamelen van alle betrokken partijen en wees bereid om aanpassingen te maken op basis van deze feedback.
Het is belangrijk om tijdens het invoeren van de nieuwe ELO/het nieuwe LMS actief ervaringen te verzamelen: wat werkt goed en wat kan mogelijk beter? Werkt het product goed? Wat missen leraren nog in het gebruik? Spelen er technische problemen? Zijn er wensen voor doorontwikkeling?
Meer informatie bij stap 5
Wil je weten waar je aan moet denken bij het bepalen van impact, of weten hoe je gebruikers kun opleiden in het werken met de ELO of het LMS?
Bekijk hier meer informatie bij stap 5-
Stap 6: Leren van het keuzeproces
Neem de tijd om het keuzeproces te evalueren. Wat ging goed, wat kon beter? Betrek de leden van de werkgroep hierbij.
Haal de ervaringen op met het keuzeproces, de invoering van het product en het gebruik van het product:
- Waren er onvoorziene obstakels?
- Was de planning accuraat?
- Onderzoek aan de hand van ervaringen van gebruikers:
- Voldoet de ELO/het CMS aan jullie criteria?
- Zijn met de ELO/het LMS de beoogde doelen bereikt?
- Helpt de nieuwe applicatie het onderwijsproces te verbeteren?
Leg de belangrijkste bevindingen vast in een evaluatiedocument en deel dat met de schoolleiding en het lerarenteam.
Bespreek de ervaringen en bevindingen met de opdrachtgever. Stel samen specifieke aandachtspunten vast voor toekomstige projecten, waaronder:
- mogelijke verbeteringen in het proces
- mogelijke verbeteringen in de communicatie
- technische aspecten
- gebruikerstraining
Waarom een nieuwe ELO en/of nieuw LMS?
Bottom-up: de applicatie past niet goed bij de wensen van leraren of leerlingen of bij de onderwijsvisie van de school.
Tijd: een licentie gaat verlopen. De doorlooptijd van een aanbesteding is meestal 9 maanden tot een jaar; het begin van het schooljaar is een logisch moment om het keuzeproces te starten.
Top-down: het (overkoepelend) bestuur wil het applicatielandschap veranderen, bijvoorbeeld vanwege kosten of efficiëntie.
Markt/omgeving: actualiteit rond een bepaalde applicatie (product wordt van de markt gehaald).
Inefficiënt gebruik: scholen benutten lang niet altijd alle functionaliteiten van de aangeschafte applicatie. Of er zijn meerdere toepassingen die dezelfde processen ondersteunen en dus niet overal gebruikt hoeven worden (dan is er onnodige overlap van functionaliteiten tussen applicaties).
Definities
Terminologie binnen de digitale leeromgeving (DLO)
Elektronische leeromgeving (ELO): een portaal of schil die leerlingen en leraren toegang geeft tot alle functionaliteiten die nodig zijn voor de uitvoering van het onderwijs. Vaak is dit een vertrekpunt en toegangspoort voor veel andere applicaties, zoals het LMS of de Teams/Google-omgeving. Eventueel biedt de onderwijsleeromgeving ook directe toegang tot digitaal leermateriaal.
Learning Management System (LMS): het systeem voor het aanbieden en gebruiken van leermaterialen ter ondersteuning van het leerproces en de interactie tussen leerling en leraar.
Een volledig overzicht van applicaties met bijbehorende processen binnen de digitale leeromgeving, vind je op deze poster van de FORA. Hier lees je welke 26 processen een LMS en ELO ondersteunen, zoals ‘Ontsluiting van digitaal leermateriaal’, ‘Samenstellen en delen van leermateriaal’, ‘Opdrachten maken en indienen’ en ‘Uitwisseling van leerlinggegevens’ (in combinatie met bijvoorbeeld het leerlingadministratiesysteem).
Tool Leeromgeving in kaart
Breng vanuit het onderwijsperspectief de digitale leeromgeving van jouw school in kaart en ga hierover met elkaar in gesprek.
Leeromgeving in kaartNetwerk Leermiddelen
Het Netwerk Leermiddelen is voor de professional in het primair en voortgezet onderwijs: bouw mee aan een waardevol netwerk dat aansluit op jouw behoeften. Deel kennis en ervaring. Help collega's bij de keuze van leermiddelen en leer van ervaringen van collega's.
Meer informatie en aanmelden