Doorgaan naar hoofdinhoud

Instrument in de maak om pedagogische impact van onderwijstechnologie in kaart te brengen

Kennisnet en de Universiteit Utrecht ontwikkelen een instrument dat de pedagogische impact van onderwijstechnologie in beeld kan brengen. Aan PIO, het Pedagogisch Impact Onderzoek van onderwijstechnologie, werken ook lerarenopleidingen mee. Waar kunnen scholen straks hun voordeel mee doen?

Lotte Dondorp
Remco Pijpers

Door Lotte Dondorp, Remco Pijpers

31 maart 2025
3 minuten lezen

Impact van technologie op leerlingen en leraren

De nadruk bij het verantwoord gebruik van digitale systemen in het onderwijs, ligt op veiligheid, privacy en effectiviteit, maar onderwijstechnologie heeft ook pedagogische impact. Digitale middelen hebben bijvoorbeeld invloed op de manier waarop leerlingen leren, individueel en samen. En ook op de manier waarop een klas zich vormt, op de dagindeling, de relatie tussen leraar en leerling of tussen leerlingen onderling. Deze pedagogische impact van onderwijstechnologie is wijdverbreid, maar er is vrij weinig aandacht voor. Het PIO kan hier verandering in brengen.

De ontwikkelaars van PIO 

Het PIO wordt ontwikkeld door Kennisnet en de Universiteit Utrecht, in samenwerking met het SPRONG-consortium van de Radiant Lerarenopleidingen. Sociaal Ontwerpbureau Muzus ondersteunde bij het uitwerken van het concept van het PIO. De hiervoor genoemde lerarenopleidingen doen onderzoek naar ‘het goede doen met digitale technologie’. Met ‘het goede’ wordt hier niet bedoeld ‘effectiever’ of ‘gebruikersvriendelijker’, maar ‘het goede’ in ethische en pedagogische zin. Er wordt dus breder gekeken naar wat van waarde en betekenis is in de context van het onderwijs. Zo doet de Thomas More Hogeschool onderzoek naar de ervaringen van leraren die met Snappet werken.

De drie invalshoeken van het PIO 

Het PIO wordt uitgevoerd door onderwijsteams, in aanwezigheid van de schoolleider en een onderzoeker. Tijdens het onderzoek neemt het team steeds één specifieke onderwijstechnologie onder de loep. Het PIO bestaat uit een aantal onderdelen, met als kern het beschouwen van de technologie vanuit drie invalshoeken (Adams en Groten, 2023):

  1. Kinderrechten
  2. Macht en regie
  3. Vorming
3 invalshoeken Pedagogisch Impact Onderzoek

De drie invalshoeken van het Pedagogisch Impact Onderzoek.

© Kennisnet

PIO moet landelijk onderzoek worden

De ambitie is om van het PIO een landelijk onderzoeksinstrument te maken. Een of twee keer per jaar zullen wetenschappers en onderwijsteams een onderwijstechnologie onder de loep nemen. De resultaten kunnen daarna met de hele onderwijssector worden gedeeld. Zo kunnen scholen betere voorwaarden stellen aan onderwijstechnologie en op basis van hun bevindingen die technologieën gebruiken die stroken met hun pedagogische overtuigingen. Bovendien helpt het instrument de deelnemers rijker te kijken naar technologie. Niet alleen vanuit een instrumenteel perspectief (wat is het nut, wat levert het op?), maar ook vanuit een pedagogisch perspectief. Wat is het goede om te doen voor dit kind, voor deze klas, in deze context, voor mij als professional?

Testfase PIO 

De PIO is nog in een testfase. In 2025 wordt het instrument aangescherpt. Scholen kunnen op basis van de verschillende invalshoeken al wel in gesprek om gezamenlijk te reflecteren op de pedagogische impact van onderwijstechnologie.

Vragen of meedenken over PIO? 

Heb je vragen of interesse om mee te denken over de ontwikkeling van het PIO, neem dan contact op met de ontwikkelaars via support@kennisnet.nl onder vermelding van PIO. 

De onderwerpen waarover wij publiceren