- Opinie
- |
- Digitale geletterdheid
- |
- po
- vo
- mbo
Lector Anneke Smits: “Voorkom dat je digitale geletterdheid weg integreert”
Digitale geletterdheid wordt een verplicht onderdeel van het curriculum. Hoe moeten scholen dat invoeren? Integreren in andere vakken of toch apart onderwijzen? De kerndoelen digitale geletterdheid zijn nog in ontwikkeling en er is maar weinig wetenschappelijke kennis over wat werkt. Anneke Smits borduurt voort op kennis die er wél is en pleit voor meer aandacht voor wat ict met ons doet. "Ik wil aan de vier pijlers van digitale geletterdheid een overkoepelend aspect toevoegen: digital agency. Dat gaat over: wat doet die computer met mij?"
Door de redactie
“Er is veel discussie over de definitie van digitale geletterdheid”, zegt Anneke Smits. Ze is lector Onderwijsinnovatie en ict aan Hogeschool Windesheim. “Digitale geletterdheid is een onbeschrijfelijk breed gebied; je kunt je zelfs afvragen of het verstandig is om het als één gebied te beschouwen.”
Doordat er geen consensus is over de definitie, is er maar weinig onderzoek gedaan naar hoe we leerlingen digitaal geletterd kunnen maken. En, voegt Smits toe: “Eén onderzoek maakt geen zomer; je hebt reviews en meta-analyses nodig om te kunnen bepalen: wat werkt er nou eigenlijk?”
Informatiegeletterdheid
Er is één deelgebied waar wel veel over bekend is, vertelt Anneke Smits: computer information literacy. Informatiegeletterdheid dus. Maar: “Het onderzoek daarnaar spitst zich toe op het hoger onderwijs en een beetje op het voortgezet onderwijs. Als we informatiegeletterdheid groots willen oppakken in het funderend onderwijs, hebben we dus meer kennis nodig.”
Gelukkig kunnen we uit het onderzoek dat er wél gedaan is voorzichtig wat handvatten afleiden. Belangrijkste les: voor digitale geletterde leerlingen is een stevige begeleiding door leraren en ouders heel belangrijk.
Drie adviezen om leerlingen informatiegeletterd te maken
- Begeleid leerlingen intensief
Om leerlingen goed informatie op internet te leren zoeken, moeten leraren gedurende langere tijd samen met hen zoekopdrachten doen, vertelt Anneke Smits. “Liefst met de hele klas: samen nadenken over wat er gebeurt.” - Sluit aan bij bestaande kennis
Het ‘leren zoeken’ moet aansluiten bij onderwerpen waarover de leerlingen al flink wat kennis verworven hebben. Dit pleit voor een integratie van digitale geletterdheid met de zaakvakken. Maar dan moet de leraar dit thematisch over een langere termijn aanpakken, weet Smits: “Zorg dat leerlingen zich bijvoorbeeld al zes weken hebben verdiept in een wereldoriëntatiethema, en dan daarna een internetzoekopdracht krijgen. Dus niet: lees twee tekstjes en zoek er maar wat leuks bij. Je kunt kinderen niet loslaten in de grootste en beroerdst gestructureerde bibliotheek ter wereld en dan verwachten dat ze met iets zinvols terugkomen.” - Zorg voor kansengelijkheid
Er zijn grote verschillen in hoe er bij de leerlingen thuis met internet wordt omgegaan. “Kinderen van ouders die niet met hen naast die computer gaan zitten om te praten over wat daar gebeurt, lopen risico op een achterstand. Deze kinderen richten zich vaak relatief meer op sociale media en games, en minder op het gebruik van internet voor hun kennisontwikkeling. Dat laatste draagt bij aan hun ontwikkeling, het eerste veel minder.” Daar ligt een belangrijke taak voor het onderwijs, vindt Anneke Smits.
Je kunt kinderen niet loslaten in de grootste en beroerdst gestructureerde bibliotheek ter wereld en dan verwachten dat ze met iets zinvols terugkomen
Indringende methodelessen
Terug naar onderwijs in digitale geletterdheid in brede zin. Bij het invoeren daarvan kijken we vaak naar mogelijke integratie met de zaakvakken en het lees- en rekenonderwijs. Anneke Smits begrijpt dat het voor de hand ligt om digitale geletterdheid te verwerken in het curriculum, maar ziet voordelen van digitale geletterdheid als apart vak daarnaast. “Ik heb een school gezien die dat heel goed doet, met een wekelijkse methodeles. Die les is voor de leerlingen en voor hun leraren zo indringend dat ze echt betrokken worden bij het onderwerp. Daardoor kunnen de leraren digitale geletterdheid in de rest van de week bij andere vakken laten terugkomen. Dit vergt natuurlijk wel veel van de kwaliteit van de betreffende methode.”
Digitale geletterdheid ‘weg integreren’
Smits ziet het gevaar: als de stof van zo’n methodeles digitale geletterdheid niet verweven wordt met andere vakken, kan het een ‘leuk’ maar onbenullig lesje worden, met stappenplannetjes. Dat glijdt van de leerlingen af. Tegelijkertijd: digitale geletterdheid onderwijzen zonder aparte les daarover is óók risicovol, legt ze uit. “Als je zegt ‘we integreren het in het curriculum’, dan heb je een goede uitgever nodig die digitale geletterdheid mooi kan integreren in bijvoorbeeld een methode voor wereldoriëntatie of sociaal-emotionele ontwikkeling. Wij kunnen dat op dit moment niet zelf, anders was het al gebeurd. We moeten oppassen dat we digitale geletterheid niet ‘wegintegreren’. Daarmee bedoel ik: ‘we hebben het geïntegreerd, maar we doen er niets of nauwelijks wat aan’. Dat is hoe het er op dit moment op veel scholen aan toegaat.”
Digital agency
Daarnaast is de vraag: wat valt er allemaal onder ‘digitale geletterdheid’? Hier speelt de discussie over de definitie weer op. SLO en Curriculum.nu benoemen vier domeinen van digitale geletterdheid: ict-basisvaardigheden, informatievaardigheden, computational thinking en mediawijsheid. Meer hierover in de Kennisnet-publicatie Werken aan digitale geletterdheid: van visie naar praktijk.
Je kunt kinderen niet loslaten in de grootste en beroerdst gestructureerde bibliotheek ter wereld en dan verwachten dat ze met iets zinvols terugkomen
Anneke Smits bouwt op de vier onderdelen van digitale vaardigheid die Alexander van Deursen en Ellen Helsper onderscheidden in hun adviesrapport (2020). Dit zijn:
- operationele technische vaardigheden
- sociale en communicatievaardigheden
- informatievaardigheden
- contentcreatievaardigheden
Daarnaast benoemt Smits een vijfde onderdeel, dat daar als een paraplu boven staat. “Ik wil aan de vier pijlers een overkoepelend aspect toevoegen: digital agency. Dat gaat over: ‘Wat doet die computer met mij? Hoeveel tijd besteed ik eigenlijk achter mijn scherm? En waaraan? Hoe ga ik daarmee om? Wat doet ict met mijn relaties en met de wereld?’ Dit soort vragen maken in sommige landen onder de noemer digital agency deel uit van het begrip digitale geletterdheid, maar niet in Nederland.” Toch is onderwijs daarin essentieel, vindt Smits. “Zeker omdat techbedrijven met hun algoritmes proberen onze keuzevrijheid af te nemen.”
Eerst: taal, lezen, rekenen en kennisopbouw
Ook belangrijk: de volgorde waarin we leerlingen de kennis en vaardigheden bijbrengen. Digitale geletterdheid is iets wat je ontwikkelt. Net als begrijpend lezen, legt Anneke Smits uit, die ook gespecialiseerd is in de taalontwikkeling van kinderen. “Voor begrijpend lezen is een heel arsenaal aan kennis en vaardigheden nodig. Zoals leesvaardigheid, maar ook kennis van de wereld, begrip van de context. Als je daar in het onderwijs niet naar handelt, zoals helaas vaak het geval is in Nederland, dan worden leerlingen niet bekwaam in begrijpend lezen. Ditzelfde dreigt met digitale geletterdheid te gebeuren.”
Hogere-ordevaardigheden
Veel aspecten van digitale geletterdheid vragen om hogere-ordevaardigheden, licht Smits toe. “We vergeten vaak dat bijvoorbeeld kennis van de wereld heel belangrijk is voor digitale geletterdheid. Je kunt mensen niet kritisch over internetcontent leren denken zonder kennis. Ook is het belangrijk dat je goed kunt lezen en rekenen. Dus als je digitale geletterdheid als een separaat concept bekijkt, zoals we met begrijpend lezen doen, dan kun je in de valkuil trappen dat je alle onderdelen van digitale geletterdheid netjes gaat aanbieden en oefenen. Terwijl kinderen met zo’n aanbodgericht curriculum niet zo goed leren.”
Wel vroeg in gesprek gaan
Advies van Anneke Smits is dus: eerst inzetten op een goede taal- en leesontwikkeling en kennisontwikkeling. “Voordat we daar een heel zware internetcomponent aan toevoegen. Maar dat laat onverlet dat je dat digital agency-gesprek, ‘hoe gaan we met elkaar om op internet, wat doet het met mij?’, al heel vroeg moet voeren. Veel kinderen zitten immers al vanaf groep 3 op internet. Leraren en leerlingen kunnen op dit vlak samen leren. Niet denken: ik heb nog nooit op Instagram gekeken, dus ik doe daar niets mee. Nee, laten we samen maar eens met een digibord gaan kijken. Laat je leerlingen het maar eens uitleggen. Wat doen we daar eigenlijk op sociale media, en wat betekent dat? Als je je realiseert wat kinderen al te zien krijgen en meemaken op internet terwijl ze nog maar nauwelijks kunnen lezen, dan is het verschrikkelijk dat wij daar als volwassenen niet mee bezig zijn.”
Lees ook
Onderwijs by the dashboard light
- Opinie
- |
- Ethiek
- |
- po
- vo
- mbo
Er moet meer aandacht zijn voor de pedagogische en ethische impact van adaptieve leersystemen in het onderwijs. Dat is een van de conclusies van een nieuw rapport van Kennisnet: ‘Krassen op het dashboard – De invloed van adaptieve leersystemen op de professionele ruimte van de leerkracht’.
Chatten met Napoleon: praat met leerlingen over wat AI met ons doet
- Opinie
- |
- Professionalisering leraar
- |
- po
- vo
- mbo
Barend Last en Thijmen Sprakel schreven een boek over generatieve AI in het onderwijs om leraren te helpen AI verantwoord te integreren in hun onderwijs en hen vaardiger maken in het gebruik ervan.
‘Digitaal burgerschap kan niet zonder kritisch denken over jezelf, de ander en de samenleving’
- Opinie
- |
- Digitale geletterdheid
- |
- po
- vo
- mbo
Mbo-studenten moeten voldoende kennis en vaardigheden hebben om kritisch te kunnen meedoen in een digitale omgeving. Dat zegt Laurence Guérin, practor Burgerschap bij ROC van Twente.