Doorgaan naar hoofdinhoud
  • Opinie
  • |
  • Artificial intelligence
  • |
  • po
  • vo
  • mbo

Onderwijzen in tijden van AI – het belang van liefdevol verzet

AI heeft invloed op de manier waarop leerlingen leren én hoe leraren lesgeven. Maar niet elke leraar wil vanzelfsprekend mee in die ontwikkeling. De weerstand leert eenieder met hart voor onderwijs waardevolle lessen.

Remco Pijpers

Door Remco Pijpers

31 maart 2025
5 minuten lezen

Leerlingen maken hun werkstukken met ChatGPT, schoolleiders vragen zich af hoe ze generatieve AI kunnen benutten, en leraren krijgen steeds vaker de boodschap: “AI gaat je werk verlichten, maar dan moet je wel meedoen.” Of nog dwingender: “Als je niet instapt, ontneem je je leerlingen kansen.” Wat doet dat met leraren?

Aversie

Neem de docent Engels die ik sprak. Hij leest de jubelverhalen over AI in nieuwsbrieven, de doemscenario’s ook. Hij hoort de belofte van efficiënter werken op studiedagen, en ziet hoe die ene collega wel enthousiast aan het prompten is geslagen. Zelf voelt hij vooral aversie.  
“Hoe harder mensen roepen dat ik mee móet, hoe minder ik wil”, vertrouwde hij me toe.  
Moedeloos voelt hij zich soms ook. “Wanneer ik nu een mooie zin lees, vraag ik me af: heeft deze leerling dit geschreven, of was het ChatGPT?” En dan zou hij ook nog lesinhoud met AI moeten genereren? “Nee hoor.”    

Die reacties wijzen, denk ik, op iets dat dieper raakt – aan overtuigingen, aan de zin en betekenis die leraren vinden in hun vak.

Vervreemding en ongemak

Neem die filosofiedocent. Vanachter in de klas keek hij naar de presentatie van twee 5vwo’ers en al na een minuut wist hij dat er iets niet klopte: “Dit hebben ze niet zelf bedacht, deze taal is niet hún taal.” Het voelde vervreemdend. Alsof hij luisterde naar stemmen die niet van zijn leerlingen waren. 

Of de juf die twee leerlingen van haar groep 5 op de computer zag zwoegen op een digitaal logo, tot een andere leerling ze wees op generatieve AI. In een handomdraai stond er een plaatje op het scherm. Het enthousiasme van de kinderen deed haar goed. Tegelijkertijd voelde ze groot ongemak.

Wezenlijke vragen

Deze leraren werden – met een groot woord – existentieel geraakt. Er gebeurde iets dat hen trof in hun leraar-zijn. Het raakte aan wat onderwijs voor hen betekenisvol maakt, aan wat hun vak de moeite waard maakt. Daarachter schuilen wezenlijke vragen: 

  • Hoe blijf ik trouw aan wat voor mij belangrijk is in onderwijs, als ik niet meer zeker weet of wat ik zie en hoor nog echt van mijn leerlingen zelf komt?
  • Waar sta ik als leraar nog voor, als ik het zoeken en worstelen dat ook hoort bij mijn lesvoorbereiding, inruil voor snelle oplossingen die niemand meer echt zelf heeft bedacht? 

‘Vertragende’ ruimte

De Franse onderwijspedagoog Philippe Meirieu roept de leraar op tot verzet. In zijn boek Brief aan een beginnende leraar schrijft hij: “Je moet luid en duidelijk de dimensie van ons beroep terugeisen die vandaag de dag zo verwaarloosd wordt: de passie om door te geven.” Daarmee bedoelt Meirieu de toewijding en volharding om kennis en cultuur over te dragen. De werkelijke overdracht zit niet in de snelle interactie met een chatbot, zo leg ik Meirieus woorden uit. De overdracht die ertoe doet, zit in de overgave van leraren. En in de ‘vertragende’ ruimte die zij geven voor oefening en frictie. 
 
De kritische onderwijswetenschapper Luci Pangrazio sluit zich bij Meirieu aan. In tijden van AI en big tech is de ideale docent in haar ogen ‘een activist die zich verzet tegen het gebruik van schadelijke platforms’. AI is namelijk geen neutrale tool, maar onderdeel van een industrie waarin de commerciële belangen enorm zijn en de strijd om data en controle – de zogenoemde cloud wars – zwaarder telt dan de rechten van kinderen, de auteursrechtenschendingen, de impact op het milieu.   

Alternatieve mogelijkheden

Pangrazio is niet alleen maar tegen. Ze ziet de ideale leraar ook als onderzoeker en pedagoog. Samen met leerlingen stelt de leraar vragen over de werking en de gevolgen van technologie – en specifiek over AI, dat nauw verbonden is met de macht van big tech. Hij laat ze kritisch nadenken over de almacht van big tech en de rol die AI daarin speelt. De ideale leraar is bovendien iemand die laat zien dat het ook anders kan, bijvoorbeeld met alternatieve technologische middelen: GPT-NL in plaats van ChatGPT, Next Cloud in plaats van Google Drive, Signal in plaats van WhatsApp – of gewoon pen en papier.

AI bevragen 

Wat Pangrazio bedoelt is dat leraren en leerlingen zich tot nieuwe invloeden hebben te verhóuden. En precies dat biedt volop mogelijkheden. Verzet je tegen de dwingende AI-logica van Silicon Valley die gemak, snelheid en efficiëntie verheft tot het allerbelangrijkste. Maar bedenk ook: AI is ideale onderwijsinhoud. Leg AI op tafel, in al haar verschijningsvormen. Bevraag haar. Welke ruimte geeft deze technologie, welke ruimte neemt ze in? Voor wie biedt AI kansen? Wie gaat er juist onder gebukt?  

Doe het met overgave.

Verzet in de vorm van toewijding

Neil Postman, de Amerikaanse cultuurcriticus, noemt dat in zijn boek Technoply (1993) ‘liefdevol verzet’. Dat verzet keert zich niet tegen digitale toepassingen, zoals AI, maar tegen het onrecht dat ermee wordt versterkt, altijd met oog voor alternatieve mogelijkheden. Dit verzet is een vorm van toewijding, zorg dragend voor het waardevolle en weerloze in onderwijs. 

Laten we leraren serieuzer nemen – de leraren die experimenteren én de leraren die zich verzetten.

De onderwerpen waarover wij publiceren