- Praktijkvoorbeeld
- |
- Professionalisering leraar
- |
- mbo
Edulab verbetert en vernieuwt onderwijs met technologie
Met een Edulab werkt het ROC van Twente sinds 2020 aan docentprofessionalisering rond de inzet van educatieve technologie. In een lokaal voorzien van technologieën als VR, robots en 3D-printers kunnen docenten workshops volgen bij de adviseurs educatieve technologie, die hen laagdrempelig de invloed van tech laten ervaren op leren. Ook kunnen ze kennismaken met de mogelijkheden die technologie biedt om onderwijs te verbeteren en te vernieuwen. Bijvoorbeeld voor lessen over digitaal burgerschap.
Door Muriël Kleisterlee, Harriët Leget
“Innoveren met ict is best versnipperd over onze grote organisatie”, vertelt adviseur educatieve technologie en ict Bas Heerink, omringd door zijn drie collega’s in het Edulab. ROC van Twente telt 9 colleges, ongeveer 80 onderwijsteams en 2.500 medewerkers. Die verzorgen verdeeld over ruim 40 locaties meer dan 200 beroepsopleidingen voor 22.000 studenten. “Er zijn veel eilandjes. Een collega doet iets met Google Glass, een ander wil VR-brillen aanschaffen, zonder dat ze dat van elkaar weten.”
“Dat is natuurlijk zonde”, vult Marije Hoek haar collega aan. “Mensen vinden overal opnieuw het wiel uit.” Hoek was ook docent verpleegkunde. “Je zoekt gelijkgestemden die ook met digitale didactiek bezig zijn op via social media en bijeenkomsten buiten het roc, terwijl er intern natuurlijk ook collega’s te vinden zijn.” De verbinding ontbrak en dus ontstond de behoefte om educatieve technologie en ict te centraliseren in het verder juist gedecentraliseerde roc. Heerink: “Onderwijsteams en losse colleges krijgen hier heel veel beleidsruimte. Teams hebben de keuze uit meerdere leeromgevingen en geven hun onderwijs vorm met verschillende software. Die vrijheid is mooi, maar maakt het lastig om iets gezamenlijk op te zetten.”
Belang educatieve technologie
“Met het Edulab kunnen we de mensen die enthousiast zijn over educatieve technologie makkelijker bij elkaar krijgen”, vervolgt Heerink. “Een docent kan wel een VR-bril willen, maar niet alle teammanagers zullen zo snel zeggen: ‘Schaf er maar eentje aan’, want kan die docent er wel mee werken? Bij Edulab hebben we de inhoudelijk-didactische expertise om mensen daar wegwijs in te maken. Als je als docent eenmaal weet hoe het werkt, kun je daarna met een goed plan naar je teammanager.”
Sommige collega’s zeggen: ‘Ik doe niks met robots, ik ben maar een docent verpleegkunde.’ Maar juist didactisch kunnen we ze ook helpen
De coronacrisis heeft het belang van educatieve technologie nog duidelijker gemaakt. “Daardoor kregen we de ruimte om het Edulab goed vorm te geven.” Het Edulab startte met twee adviseurs educatieve technologie. Omdat dat niet genoeg bleek te zijn, zijn er met NPO-gelden nog twee aangesteld. Nu omvat het Edulab 2 fte. Ook is dat nog te weinig voor zo’n grote mbo-instelling, vinden Hoek en haar collega’s.
Edulab: een beleef- en oefenruimte
Het Edulab is een ruimte in de centrale hal van de Gieterij, een van de hoofdlocaties van ROC van Twente. “Het heeft glazen wanden, waardoor mensen sneller naar binnen lopen”, zegt Hoek. “Het lab is voorzien van technologische middelen als VR, augmented reality, robots die geprogrammeerd kunnen worden, 3D-printers en een video-opnameruimte. In het Edulab kunnen docenten oefenen met educatieve technologieën.” In deze beleefruimte kan de docent bijvoorbeeld experimenteren en ontdekken hoe deze technologieën in te zetten zijn in de lessen. Daarna is het makkelijker om de geleerde lessen in de praktijk van de opleidingen te brengen.
Docenten enthousiasmeren voor educatieve technologie
De vier adviseurs zetten allerlei middelen en netwerken in om docenten te bereiken, waaronder intranet, Teams en studiemiddagen over bijvoorbeeld gamification-tools. Onlangs organiseerden ze zelfs een driedaagse mini-Bett (naar analogie van het bekende onderwijs- en ict-congres in Londen) met workshops over educatieve technologie. Verder willen ze een glossy uitbrengen, waarin ze inspirerende voorbeelden en laagdrempelige adviezen over educatieve technologie gaan geven.
De adviseurs benutten daarnaast zoveel mogelijk de contactmomenten die zich terloops voordoen. “Als een docent me op de gang vraagt of ze een workshop kan volgen, doe ik nadien ook altijd navraag via mail”, zegt Hoek. “Sommige collega’s zeggen: ‘Ik doe niks met robots, ik ben maar een docent verpleegkunde.’ Ik laat ze dan weten dat we ze juist didactisch kunnen helpen.” Het didactische concept achter een toepassing is namelijk heel vaak universeel. Heerink: “Het inzetten van een 360-gradenfoto of activerende werkvormen tijdens je online les is niet anders voor een autotechniekdocent dan voor een verpleegkundedocent.”
Tech-olievlek breidt zich uit via ambassadeurs en i-coach
Naast de adviseurs promoten ook andere medewerkers van ROC van Twente de inzet van educatieve technologie. “Elk college heeft een adviseur educatieve technologie en ict met wie wij als Edulab contacten onderhouden”, vertelt Heerink. “Zij proberen binnen hun college de juiste docenten aan te spreken. Bij één college hebben we een pilot met een i-coach, die één dag per week op het Edulab werkt. En we hebben een netwerk van ambassadeurs educatieve technologie. Die hebben wij vanuit het Edulab opgeleid. De ambassadeurs nodigen we vaak uit voor onze workshops, zodat ze bijblijven op gebied van educatieve technologie en de informatie kunnen delen met hun teams.”
Er is ons alles aan gelegen om de pilot met de i-coach te laten slagen
De i-coach werkt op strategisch niveau en de ambassadeurs veelal op operationeel niveau. Heerink: “Een i-coach schuift bij het MT aan, signaleert de behoeften van docenten en ambassadeurs binnen het college, en denkt na over een scholingsplan – allemaal in samenwerking met de ambassadeurs. De ambassadeurs komen vooral in de klas om samen te werken met docenten.”
Voor de Edulab-adviseurs blijft het soms lastig om alle docenten te bereiken. “Wij moeten ons altijd laten uitnodigen, er moet een speciaal moment of een bijeenkomst voor gepland worden, of we moeten ervoor zorgen dat docenten hierheen komen”, legt Heerink uit. “De i-coach zit aan de koffietafel bij de collega’s en krijgt daardoor veel vertrouwen. Voor hem is het dus makkelijker om mensen uit te nodigen. Er is ons dan ook alles aan gelegen om de pilot met de i-coach te laten slagen.”
Samenwerken met plg en academie aan professionalisering
Docentprofessionalisering vindt verder plaats via een professionele leergemeenschap (plg) bestaande uit 10 docenten onder leiding van het Edulab. In deze leergemeenschap wordt vanuit wetenschappelijke kennis, observatie en de resultaten van de studenten de inzet van educatieve technologie in de klas onderzocht. De plg heeft een college-overstijgend karakter, om te verbinden en te leren van elkaars opvattingen over goed onderwijs. Daarnaast onderhoudt Edulab contacten met de interne ROC Academie. “We bespreken ons aanbod met hen en maken duidelijk wanneer ze docenten kunnen doorverwijzen naar Edulab”, zegt Hoek.
Docenten komen niet alleen naar het Edulab toe, de adviseurs bezoeken de docenten ook op hun eigen colleges. Bijvoorbeeld in het kader van het project Lesson Make-over, zegt Denise Brilman, eveneens adviseur educatieve technologie. “Dan kijken we hoe we bestaande lessen kunnen digitaliseren. Kunnen we educatieve technologie in de vorm van virtual reality, 3D-printing of andere digitale tools daaraan toevoegen? We laten docenten zien hoe ze iets anders kunnen aanpakken en hopen dat wat wij hun daarover aanreiken zich als een olievlek verspreidt binnen het college.”
Menukaart maakt lessen digitaal burgerschap behapbaar
Enkele nieuwe lesideeën die steeds verder vorm krijgen, zijn die voor digitaal burgerschap. “Dat was een vraag van onze bestuurder Trudy Vos, die deelneemt aan het mbo-programma Doorpakken op digitalisering”, vertelt Hoek. “Zij vroeg ons wat Edulab kon betekenen in het kader van digitaal burgerschap. Tijdens een themaochtend hebben we ambassadeurs educatieve technologie en burgerschapsdocenten laten discussiëren over wat digitaal burgerschap precies inhoudt. Wat moeten docenten kunnen en weten? Waar hebben studenten behoeften aan? We hebben allerlei workshops gedaan, van 3D-printen en augmented reality tot programmeren en het opsporen van cybercriminaliteit. Ook hebben we gekeken wat andere mbo’s met digitaal burgerschap doen. Uiteindelijk hebben wij een menukaart met lesideeën gemaakt (zie kader, red.), omdat dat iets is waar de docent praktisch iets aan heeft.”
Twee voorbeelden menukaart digitaal burgerschap
In de twee uur durende studentenproeverij digitaal burgerschap maken studenten in korte workshops kennis met (nieuwe) technologieën waar burgers mee te maken krijgen. Ze starten met het spel Tech-twijfels en denken na en discussiëren over wat deze ontwikkelingen betekenen voor hun (online) leven en gedrag. Daarna gaat iedereen in korte workshoprondes aan de slag met 3D-printen/-modelleren, VR/Hololens, escape-koffers over cybercrime en een Capture the flag– programmeerworkshop. De escape-koffers over cybercrime kunnen docenten ook lenen en na enige uitleg zelfstandig uitvoeren in hun klas. Hetzelfde geldt voor de Capture the flag-workshop, waarin studenten kleine robots leren programmeren.
Verder is van NPO-gelden Denise Brilman aangesteld om onder andere aan digitaal burgerschap te werken. Brilman: “We willen digitaal burgerschap op een laagdrempelige manier bij docenten onder de aandacht brengen, zodat ze praktisch materiaal hebben voor hun eigen lessen. Ook helpen we docenten uitzoeken welke elementen uit digitaal burgerschap bij welke opleidingen passen. Het roc is ondertussen bezig om een visie te ontwikkelen op hoe we digitaal burgerschap roc-breed willen aanvliegen.”
Alle studenten laten profiteren van educatieve technologie
De grootste uitdaging voor de adviseurs educatieve technologie blijft het werken aan hun zichtbaarheid en positionering binnen een groot roc. Brilman schetst het ideaalplaatje dat ze voor ogen had toen ze vanuit het vo naar het mbo overstapte. “In het vo maakte ik bij de teamvergaderingen standaard vrij tijd voor educatieve technologie en tools die lessen ondersteunen, en kwam daar in volgende vergaderingen op terug. Dan konden docenten dingen uitproberen die door de managers ondersteund werden. Zo kun je educatieve technologie beter op de kaart zetten. Het zou mooi zijn om dat ook in het mbo te kunnen doen.”
Betrek het hele team inclusief de teammanager in een vroeg stadium bij het inzetten van educatieve technologie
In dat kader heeft Bas Heerink tot slot nog een tip voor andere mbo’s die met een Edulab aan de slag willen. “Als je alle studenten wilt laten profiteren van educatieve technologie en grootschalige onderwijsverbetering nastreeft, dan moet je het hele team inclusief de teammanager er in een vroeg stadium bij betrekken. Maak ze deelgenoot van waar je mee bezig bent met mooie praktijkvoorbeelden. En als adviseur educatieve technologie moet je proberen ervoor te zorgen dat je die back-up van boven hebt. Want het werkt twee kanten op: docenten die mooie dingen doen en managers die dat faciliteren. Doe je dat te laat, dan blijft het alleen bij de enthousiastelingen hangen.”