- Uitleg
- |
- Technologische innovatie
- |
- po
- vo
- mbo
Belangrijkste technologische trends voor het onderwijs
Welke technologieën gaan de komende jaren een beslissende rol spelen in het onderwijs? En wat is er nodig om ze goed te laten werken voor het onderwijs? In dit artikel schetsen we de trends en laten we zien hoe belangrijk het is om je erin te verdiepen.
Door Els Booij, Wietse van Bruggen
De toepassing van nieuwe technologieën maakt het mogelijk om onderwijsambities waar te maken. Flexibiliteit in het onderwijs, meer inclusief onderwijs, leermiddelen op maat: dat is in potentie allemaal beter te ondersteunen dankzij technologische trends die nu in opkomst zijn.
4 technologietrends
- De virtuele en fysieke wereld lopen steeds meer in elkaar over.
- Artificial intelligence dringt door tot alle lagen van de samenleving.
- De interactie tussen mens en machine verandert het onderwijs.
- De roep om een nieuwe ‘digitale publieke ruimte‘.
Je kunt je in iedere trend verder verdiepen door het lezen van een uitgebreid artikel. De trends staan niet op zichzelf maar hangen met elkaar samen. Het gaat hier om de grote lijnen; er zijn ongetwijfeld meer technologische ontwikkelingen die een rol kunnen gaan spelen in het onderwijs, maar de trends in dit overzicht zien we als de meest kansrijke en meest invloedrijke voor de komende vijf jaar.
Technologietrends vragen een proactieve houding van het onderwijs
Wat kun je doen met deze trendbeschrijvingen? We roepen je op om ze niet zomaar voor kennisgeving aan te nemen. Onderzoek wat een ontwikkeling zoals artificial intelligence voor je onderwijs gaat betekenen. Verdiep je erin en bereid je waar mogelijk voor op snelle en zelfs ontwrichtende ontwikkelingen. Aan de hand van die kennis kun je namelijk zelf sturing geven aan wat er op dit moment gebeurt of staat te gebeuren.
-
Trend 1: De virtuele en fysieke wereld lopen steeds meer in elkaar over
Vaak worden de virtuele en de fysieke wereld beschouwd als twee verschillende dingen. Logisch, ze zijn ooit als aparte werelden begonnen. Maar dit onderscheid is niet meer strikt te maken; ze versmelten tot één realiteit. Dit is nu al op allerlei manieren merkbaar.
In ons dagelijks leven is een virtuele wereld binnengeslopen. Via de smartphone staan we 24/7 in contact met anderen als we willen, via navigatie in de auto of op de telefoon vinden we simpel de weg en augmented reality legt een virtuele laag over de werkelijkheid heen. Omgekeerd zien we in die virtuele wereld allerlei representaties van de fysieke omgeving. Simulatieomgevingen, VR-brillen en (steeds meer) sensoren maken het mogelijk om de fysieke wereld weer te geven in een virtuele omgeving.
-
Trend 2: Artificial intelligence dringt door tot alle lagen van de samenleving
In onze levens wordt steeds meer geautomatiseerd en dat gebeurt steeds vaker met behulp van artificial intelligence (AI). Deze technologie verandert onze maatschappij op alle vlakken en het onderwijs is daarop geen uitzondering. We krijgen dagelijks weersvoorspellingen, we krijgen muziek- en filmaanbevelingen in entertainmentapps en kunnen automatisch content genereren via programma’s als ChatGPT. Artificial intelligence beïnvloedt ons leven nu al enorm.
AI wordt daarom een systeemtechnologie genoemd: een technologie die een langdurige en fundamentele invloed zal hebben op de wereld. Deze dringt door in alle lagen van de maatschappij. Daarbij wordt niets overgeslagen, ook de onderwijssector niet. En dat betreft alle lagen van het onderwijs.
Kijk bijvoorbeeld naar ontwikkelingen rond onderwijsmiddelen, gepersonaliseerd leren, lesvoorbereiding, beoordelingssystemen, klassenmanagement, AI in personeelswerving en automatisering op organisatieniveau (zie de voorbeelden in de illustratie). Op al dit soort gebieden worden nu de mogelijkheden van AI onderzocht en in de praktijk gebracht.
De ontwikkelingen zijn veelbelovend en tegelijkertijd onvoorspelbaar; de brede maatschappelijke inzet van artificial intelligence gaat ongetwijfeld onverwachte effecten met zich meebrengen. Laten we zoveel mogelijk gezamenlijk bepalen wat daarbij wel en niet wenselijk is. We willen de kansen en keerzijden blijven overzien, AI-wijsheid ontwikkelen en de ontwikkelingen zoveel mogelijk proberen te sturen in een richting die het onderwijs nodig heeft.
-
Trend 3: De interactie tussen mens en machine verandert het onderwijs
Van oudsher laten we ons ondersteunen door machines. Digitale technologie heeft ons chatbots, voice assistants en smartwatches opgeleverd die ons volgen én adviseren. Die machines werken steeds beter met ons samen en we ervaren ze ook als steeds ‘menselijker’. Onder andere doordat deze apparaten meer en meer data van ons krijgen. VR-brillen maken een intense leerervaring mogelijk door middel van allerlei (persoonlijke) data zoals oogbewegingen en locatiegegevens.
De kansen voor het onderwijs bij deze nieuwe manieren van mens-machine-interactie zijn in potentie enorm. Er zijn nu al volop experimenten met virtual reality en sociale robots in de klas. Dit kan leiden tot meer ‘levensechte’ leerervaringen in de les of online. Ook de chatbot verovert zijn plek. In de nabije toekomst zien we mogelijkheden voor complexe virtuele leeromgevingen, leerlingvolgsystemen met AI, enzovoort.
De kansen die we zien, verzilveren zich niet vanzelf; dat is ook hier de keerzijde. Onderwijsinstellingen moeten wat ons betreft meedoen aan het publieke debat over deze ontwikkelen en er zelf richting aan geven.
-
Trend 4: Aandacht voor digitale publieke ruimte
Er is een groeiend sentiment dat we de grip verliezen op technologie en dat we meer inspraak willen op technologische innovaties. Meer democratisch georganiseerd. Het omroepbestel, de kabel- en telefoonmaatschappijen, openbaar vervoer: commerciële partijen spelen een belangrijke rol bij publieke voorzieningen, maar wel op de voorwaarden die de maatschappij belangrijk en wenselijk vindt. Rond digitale technologie, internet en bijvoorbeeld clouddiensten is die grip er niet, terwijl het hier wel gaat om inmiddels essentiële diensten die wel als ‘openbaar’ ervaren.
Slechts een handvol commerciële partijen beheerst het grootste gedeelte van de internet-infrastructuur en bepaalt feitelijk hoe deze wordt ontworpen en gebruikt. Hoe kunnen we meer inspraak krijgen in de ontwerpprincipes van onze online wereld?
Want één ding is duidelijk: digitale technologie die nu wordt (door)ontwikkeld heeft een grote weerslag op het onderwijs. Socialemediaplatforms en spellen in de virtuele wereld veranderen de manier waarop sociale relaties vormkrijgen. Clouddiensten veranderen de manier waarop we informatie delen. Toch worden die platforms en werelden niet met medezeggenschap van het onderwijs of van jongeren ontwikkeld. Wat betekenen bepaalde ontwerpprincipes voor de manier waarop leerlingen leren? Hoeveel ruimte is er voor een pedagogische blik bij technologische innovatie? Hoe kan het onderwijs hier meer regie op voeren?