- Praktijkvoorbeeld
- |
- Technologische innovatie
- |
- po
Sociale robots helpen bij sociaal-emotionele vaardigheden
In hoeverre kunnen sociale robots helpen bij het reguleren van sociaal-emotionele vaardigheden op school? De school is immers een plek waar emotionele veiligheid belangrijk is. Waar moeten professionals rekening mee houden als zij robots inzetten? Wij spraken met twee experts van verschillende soorten basisscholen die sociale robots inzetten als hulpmiddel.
Door Eva Leurink
Robots kunnen leerlingen helpen emoties te uiten en in goede banen te leiden. Zowel scholen in het reguliere als het speciale basisonderwijs experimenteren hiermee.
Voorbeeld uit het regulier en speciaal basisonderwijs
Een van de scholen die een experiment is aangegaan, is Het Facet in Dommelen. Deze school verzorgt basisonderwijs aan hoogbegaafde kinderen die in het regulier onderwijs niet voldoende tot hun recht komen. Zij lopen daarin soms zelfs vast. Wij hebben gesproken met Ilona Schungel, leerkracht en expert hoogbegaafdheid: “80% van onze leerlingen met hoogbegaafdheid heeft op sociaal-emotioneel gebied iets anders nodig dan in het regulier onderwijs kan worden geboden. Zo bedachten wij dat sociale robots inzetten hierbij misschien zou kunnen helpen.”
Daarnaast hebben wij gesproken met Janneke Bouwman, intern begeleider bij Kindcentrum De Vendelier in Helmond, dat regulier onderwijs biedt. “Wij wilden leerlingen emoties leren uiten en ze leren omgaan met emoties van anderen. Het inzetten van sociale robots leek ons daarbij een goed hulpmiddel.”
In de praktijk: de sociale robot
De sociale robot die in het experiment is gebruikt, is ontwikkeld om emoties te helpen uiten en reguleren. Hij is klein en heeft een gezichtje dat van kleur verandert als iemand eraan draait. De kleuren staan voor emoties. Een leerling kiest de emotie die past bij zijn gevoel op dat moment en drukt op het hoofd om de emotie op te slaan in een digitaal dagboek. Dat dagboek biedt een overzicht van alle ingevoerde emoties. Zo heeft de leerkracht handvatten voor een gesprek met de leerling.
Het Facet
Bij Het Facet is eerst een plan van aanpak gemaakt om verschillende typen leerlingen (introvert of extravert) kennis te laten maken met de sociale robot. De leerkracht en leerling bepalen samen de instellingen en de momenten waarop de leerling gegevens invoert. Een keer per week bekijken zij samen het dagboek en bespreken zij kort de bijzonderheden. Daarop wordt tijdens coachingsgesprekken dieper ingegaan. De robot blijft op school en gaat in de vakantie niet mee naar huis. Hij heeft, afhankelijk van de leerling, een vaste plek in de klas.
De Vendelier
Kindcentrum De Vendelier is onderdeel van een stichting van dertien scholen. De stichting heeft 5 robots die onder de verschillende scholen rouleren. De leerlingen mogen, als ze dat willen, een eigen huisje om de robot heen maken. Zodat zij wat privacy ervaren bij hun contact met de sociale robot. De robot is ingezet voor leerlingen tussen groep 3 en 6, omdat oudere leerlingen zich in de praktijk te oud voelen voor interactie met de sociale robot. De robot blijft op school en gaat tijdens de vakanties niet mee naar huis. Hij heeft een vaste plek in de klas. Tijdens de pilotfase hadden de robots stekkers. Dat bleek in de praktijk wat onhandig, omdat de robot afhankelijk was van stopcontacten. De robot had daardoor soms een prominente plek in de klas, waardoor de leerlingen weinig privacy ervaarden bij hun contact met de robot. Inmiddels zijn ze draadloos en dat bevalt goed.
Geleerde lessen: de robot helpt het gesprek aangaan
Het Facet ziet veel meerwaarde. Doordat leerlingen met hoogbegaafdheid emotioneel andere behoeften hebben, is het reguleren van emoties en het uiten daarvan een aandachtspunt. Zij kunnen het gevoel hebben de controle kwijt te raken. Bij sommigen uit zich dat in woedeaanvallen. Gebeurt dat, dan hebben ze tijd nodig om terug te schakelen. Deze leerlingen reflecteren heel moeilijk op het eigen handelen.
De robot kan daarbij helpen om te leren emoties te uiten. Zijn hulp is laagdrempelig en zonder oordeel, de sociale robot is niet prominent aanwezig en is er wanneer de leerling daar behoefte aan heeft. Leerlingen voelen dat er altijd een maatje is waarbij ze hun gevoel kwijt kunnen.
Ook leren leerlingen te reflecteren op hun emoties dankzij het dagboek en de aanvullende gesprekken. Een mooi voorbeeld: leerlingen ontdekken dat ze na de pauze altijd boos zijn, hoe komt dat? Dat opent het gesprek met leerlingen. Schungel vertelt dat begeleiders dan maatregelen kunnen nemen die helpen. Zo zou een leerling na de pauze een kwartier lang een tekening kunnen maken om af te koelen.
We hebben via de robot ontdekt dat gym heel heftig voor een leerling kan zijn. Of dat een leerling na de pauze vaak boos is. Dan kan je daar een gesprek over aangaan.
Daarnaast helpen zij leerlingen te leren relativeren. Bijvoorbeeld als leerlingen een goede dag hebben gehad en aan het einde van de dag een woedeaanval krijgen. Voor hun gevoel is dan de hele dag niet goed geweest. Dankzij het dagboek leren leerlingen relativeren, omdat ze erin terugzien dat ze ook blije emoties hebben gehad. Die ervaringen helpen leerlingen meer inzicht te krijgen in hun eigen emoties, wat helpt er beter mee om te leren gaan.
Robot vraagt alertheid van leraren
Een aandachtspuntje is dat werken met een robot soms ook alertheid vraagt van de leerkracht. Bijvoorbeeld als het Cito-toetsentijd is. De focus van de leerkracht ligt dan even bij andere zaken. Dan is het belangrijk alert te blijven om ook het werken met de robot voldoende aandacht te geven.
Ook bij De Vendelier zien leerkrachten grotendeels voordelen. Zo worden emoties bespreekbaar gemaakt, wat op zich al heel positief is. Oudere leerlingen kunnen wel aangeven dat zij zich minder blij voelen, maar niet waardoor zij zich zo voelen. De robot helpt de leerkracht om aan de hand van het dagboek het gesprek daarover aan te gaan.
Daarnaast zijn er voordelen ten opzichte van papieren methodes. De robot helpt een leerling herinneren een emotie in te voeren door op te lichten. En leerlingen die een papieren meetlat krijgen, raken die soms wel eens kwijt.
Het feit dat de robot een stekker had, is ervaren als een nadeel. Bouwman: “De robot moest altijd in de buurt van een stopcontact staan. Soms was dat op een kast in het zicht van alle leerlingen. Zo kon iedereen zien wanneer een leerling welke emotie invoerde. Dat was een drempel. Daarom hebben we een huisje er omheen gemaakt, dat hielp wel iets. Inmiddels zijn de sociale robots draadloos en dat bevalt goed.
De gesprekken tussen leerkracht en leerling zijn de toegevoegde waarde van de sociale robot. Daarom is het vooral van belang dat iedereen de gesprekken als doel voor ogen houdt.
Adviezen en tips
- Ilona Schungel van Het Facet raadt besturen zeker aan om met sociale robots aan de slag te gaan. De robot is in te zetten bij een grote diversiteit aan leerlingen. Soms lijkt het met een leerling goed te gaan, maar met een sociale robot kan de leerkracht veel dieper onderzoeken hoe het werkelijk gaat met de leerling.
- “We houden lang vast aan bestaande structuren, terwijl er zoveel mogelijk is. Het zou mooi zijn als we daar gebruik van kunnen maken. Waar ben jij nodig als leerkracht en waar kan je gebruikmaken van moderne technologieën,” zegt Schungel.
- Janneke Bouwman van De Vendelier wijst erop de bedoeling van de robot vooraf goed te bespreken. Zowel met de leerlingen individueel als met de groep. Daarbij is het belangrijk afspraken te maken over het gebruik van de robot en de gesprekken over het dagboek. Want vooral die gesprekken tussen leerkracht en leerling zijn van toegevoegde waarde. Daarom is het van belang dat iedereen die met sociale robots werkt, zich bewust is van die toegevoegde waarde en de gesprekken als doel voor ogen houdt.