- Tool
- |
- po
- vo
- mbo
Techwijzer
Artificial intelligence, chatbots, virtual reality: ga je ermee aan de slag of wacht je nog? Het hangt ervan af of jouw school daar klaar voor is. Past de nieuwe technologie bij de onderwijsvisie? Is er ruimte om te experimenteren? Maar ook: hoe volwassen is de technologie? De Techwijzer van Kennisnet helpt jouw school zicht te krijgen op die technologische volwassenheid. Daardoor kun je goed doordacht beslissen of je er wel of niet mee start.
Fases van technologische innovatie
De Techwijzer onderscheidt vijf fases.
- Onderzoeksfase
De technologie is nog een idee. Hou de ontwikkelingen in de gaten, in welke richting ontwikkelt de technologie zich? - Ontwikkelfase
De technologie bestaat (nog niet in de praktijk). Bestudeer de potentie van de nieuwe technologie. Investeer beperkt in projecten; je weet nog niet wat ze opleveren. - Experimentfase
Eerste tests buiten het lab. Experimenteer in landelijke of regionale projecten. Test de technologie met de leverancier. Ga het gesprek aan over ethiek en privacy in de technologie. - Onderwijsintroductie
Eerste toepassing in het onderwijs. Zet de technologie stap voor stap in, maar nog niet in essentiële processen. Hou rekening met ‘kinderziektes’. - Volwassenheidsfase
Producten klaar voor implementatie. Train de gebruikers. Sluit een verwerkers- en onderhoudsovereenkomst. Waarborg ethisch gebruik en maak een implementatieplan.
Download de Techwijzer
pdf | 1.23 MB
Wat is voor jouw school hét moment om aan de slag te gaan met nieuwe technologie? De Techwijzer laat zien welke fases een technologische innovatie doorloopt. En hoe je passend bij die fase aan de slag kan gaan met nieuwe technologie.
Toelichting bij de Techwijzer
Van idee tot innovatief product
Elke technologie ontstaat ooit als idee. Afhankelijk van de technologiefase wordt dit idee door wetenschappers, bedrijven en de uiteindelijke gebruikers steeds verder uitgewerkt. Uiteindelijk is er iets dat ook echt gebruikt kan worden: een innovatief product met maatschappelijke meerwaarde. Dat proces volgt altijd dezelfde fasen. We gebruiken voor het doorlopen van de fasen de metafoor ‘volwassen worden’. Daarom spreken we over ‘volwassenheid van technologie’.
Technisch haalbaar en nuttig
In elke fase moet een technologie zich bewijzen. Natuurlijk moet die technisch haalbaar zijn. Maar de technologie moet uiteindelijk ook echt nuttig zijn in de situatie waarin die wordt gebruikt. Niet elk idee groeit uit tot een volwassen technologie. Bijvoorbeeld doordat het idee in de praktijk helemaal niet blijkt te werken. Of doordat de technologie is ingehaald door een andere, waardoor het idee is achterhaald. Denk aan de stemkastjes in het klaslokaal die bedoeld waren om leerlingen mee te laten doen aan een quiz. Door smartphone-apps als Kahoot zijn die achterhaald.
Techwijzer is geïnspireerd op het TRL-model (Technological Readiness Levels). Dit is oorspronkelijk ontwikkeld door NASA. Op de website van NASA lees je meer over het TRL-Model.
Volwassen, maar voor het onderwijs?
Een technologie kan voor algemeen gebruik volwassen zijn. Maar misschien is die nog niet volwassen voor een bepaalde toepassing in het onderwijs. Dan moeten de fasen opnieuw worden doorlopen om te toetsen of de technologie geschikt is voor die toepassing. Een voorbeeld: VR-brillen zijn al klaar voor gebruik door de consument. Die kan verschillende merken kopen en er zijn apps en games om ze te gebruiken. In het onderwijs zitten we nog in de fase van experimenteren en onderwijsintroductie. Voor de toepassing van VR in het onderwijs zijn nog maar beperkt educatieve apps en modules beschikbaar. Ook de privacyvoorwaarden zijn nog niet goed geregeld.
Niet alles is wat het lijkt
Elke nieuwe technologie doorloopt vijf fasen totdat die volwassen is. Fasen te snel doorlopen of zelfs overslaan, leidt meestal tot problemen op het moment dat nieuwe producten in gebruik worden genomen. Kwaliteitseisen en veiligheidskeurmerken die bij de volwassenheidsfase horen, ontbreken dan bijvoorbeeld nog.
Een goed voorbeeld is ChatGPT. Het brede publiek kon deze tool al gebruiken terwijl deze nog lang niet volwassen was. Er waren nog flink wat kinderziektes. Zo bleek dat bepaalde teksten die uit de tool kwamen rollen, compleet verzonnen waren. ‘Hallucineren’, noemen we dat.
Per fase een andere benadering
Afhankelijk van de fase waarin de technologie zich bevindt, doe je als school andere dingen. Per fase weeg je ook af of je wel of niet aan de slag gaat.
Dat je iets kúnt doen, wil niet zeggen dat het ook móet. Een nieuwe technologie moet altijd passen bij de onderwijsvisie, de onderwijsdoelen en de vaardigheden van mensen die de technologie gebruiken.
Niet met de technologie aan de slag gaan kan dus een prima keuze zijn. Wel is het dan altijd verstandig om te blijven volgen hoe andere scholen hiermee aan de slag gaan.
Zo gebruik je de Techwijzer
Als je de Techwijzer gaat gebruiken, kun je op twee manieren starten:
- Je start bij de technologie: je wilt deze uitproberen zodat je de mogelijkheden kunt onderzoeken.
- Je start bij het onderwijs: je hebt een vraagstuk dat nog niet met bestaande technologie is op te lossen.
Bepaal in welke fase de technologie zit
In beide gevallen wil je kijken naar de meerwaarde van een technologie. Het is dan handig te weten in welke fase die zich bevindt. Op onze website bespreken we veel nieuwe technologieën. Meestal schatten we daarbij in welke fase van volwassenheid deze zich bevindt. Zo weet je snel wat je kunt doen.
Bepaal of je wel of niet aan de slag gaat
Het is vervolgens aan jou en je team om met behulp van de overzichtsplaat te beslissen: ga je wel of niet aan de slag? Ga in gesprek over de technologie, de volwassenheid en de mogelijke acties. En beantwoord samen de volgende vragen:
- Of het nu wel of niet technisch kán, wíllen wij deze technologie inzetten?
- Zo ja, in welke fase bevindt de technologie zich en welke vervolgstap gaan we zetten?
Het antwoord hangt van verschillende factoren af. Wat is gegeven de stand van de technologie mogelijk op school? Past de technologie bij de schoolvisie? En is er genoeg tijd en geld om te experimenteren? Samen bepaalt dit de innovatiekracht. Hoe hoger de innovatiekracht, hoe eerder je kunt beginnen.