Doorgaan naar hoofdinhoud
  • Tips
  • |
  • Artificial intelligence
  • |
  • po
  • vo

3 tips om met AI om te gaan bij de ontwikkeling van je onderwijs

Als schoolleider heb je met jouw school de ruimte om op basis van de schoolvisie en –ambitie eigen curriculumkeuzes te maken. Hoe ga je daarbij om met AI? In dit artikel geven we je enkele tips.

Door Michel Cents

12 juni 2024
6 minuten lezen

Bij het woord curriculum denk je al snel aan de landelijke doelen of de methode in de klas. Maar het curriculum is meer dan dat. Kerndoelen, examenprogramma’s en referentieniveau geven je richting en ruimte. In het curriculum op school kun je als schoolleider en als team daarnaast eigen keuzes maken en accenten leggen. Ook op het gebied van AI. 

Op digitaliseringvlak kijkt het onderwijs nu naar de nieuwe concept-kerndoelen voor digitale geletterdheid. Deze zijn in maart 2024 gepresenteerd. Het zijn nog altijd concepten, maar wie nu iets wil doen met digitale geletterdheid in de klas, kan de doelen er alvast eens bij pakken. Zo moeten leerlingen volgens deze kerndoelen:

  • verkennen hoe AI-systemen werken (po)
  • verkennen wat de mogelijkheden en beperkingen van AI zijn (vo)

Bij de inzet van AI in de lessen, of bij AI als ‘lesstof’, is het van belang dat je de juiste afstemming zoekt tussen de doelen, het onderwijs en de toetsing. Door de impact die met name generatieve AI op dit moment heeft, heb je hierin diverse keuzes te maken.

Curriculaire spinnenweb 

Bij onderwijsontwikkeling is het belangrijk om onder meer doel, onderwijs en toetsing goed op elkaar af te stemmen, vanuit je onderwijsvisie. In het model van het curriculaire spinnenweb zie je hoe deze en andere factoren van onderwijsontwikkeling samenhangen. Je vindt het model en de raakvlakken met AI in dit artikel.

Zo beïnvloedt AI het onderwijs en het curriculum

Er is niet één manier van onderwijsontwikkeling, er zijn vele mogelijkheden. Maar hier zijn alvast 3 tips waar je als school mee aan de slag kunt gaan op het gebied van AI.

  • Tip 1: Ontwikkel digitale geletterdheid

    Leerlingen moeten conform de nieuwe conceptkerndoelen beschikken over praktische vaardigheden en digitale informatievaardigheden om AI in te zetten. En daarnaast over vaardigheden die hen mediawijs maken. Hierdoor kunnen zij bewuste keuzes maken en denkstrategieën ontwikkelen om AI te doorgronden en hun handelen erop aan te passen. Ze leren vervolgens dat het mogelijk is om invloed uit te oefenen op de ontwikkeling van AI. Schenk aandacht aan drie punten binnen het leergebied van digitale geletterdheid:

  • Basiskennis en vaardigheden om met AI om te gaan. Dit heeft een leerling nodig om zelfredzaam te kunnen zijn, maar ook om AI creatief in te zetten.
  • Praktische en verdiepende kennis en vaardigheden rond AI. Dit is essentieel voor een kritische blik op digitale ontwikkelingen.
  • Beschouwing op het effect van AI op iemands persoonlijke leven en op de samenleving. Daardoor krijgen kennis en vaardigheden voor een leerling ook echt betekenis. Op basis daarvan kan deze bepalen hoe je AI kunt benutten om de samenleving mede vorm te geven.

Meer weten over digitale geletterdheid?

Bekijk de artikelen over digitale geletterdheid op onze website of kijk bij het Expertisepunt Digitale Geletterdheid.

Naar het expertisepunt
  • Tip 2: Zorg voor constructieve afstemming tussen het leerdoel, de leeractiviteiten en de toets

    De leerinhoud is af te leiden van de vastgestelde leerdoelen, aangevuld met de doelen die de school belangrijk vindt. Zolang de kerndoelen en examenprogramma’s nog niet zijn aangepast, bereiden leraren hun leerlingen zo goed mogelijk voor op het behalen van de huidige kerndoelen en eindtermen. AI is een van middelen die zij hiervoor kunnen gebruiken. Zo kan generatieve AI helpen de inhoud voor leerlingen te personaliseren en te differentiëren, bijvoorbeeld door:

  • leerdoelen aan te scherpen op basis van de inhoud en deze op kwaliteit te controleren 
  • interactief lesmateriaal te maken, zoals experimenten, interactieve verhalen of spellen die de betrokkenheid en het begrip van leerlingen vergroten
  • beeldmaterialen te genereren die de leerstof verduidelijken en verrijken
  • opdrachten te creëren die niet onderhevig zijn aan AI-fraude en die differentiëren op niveau, zodat leerlingen kunnen leren op eigen tempo
  • AI-assistenten in te zetten die leerlingen kunnen ondersteunen met virtuele gesprekken
  • rubrics te maken op basis van niveau, onderwerp en de gewenste beoordelingsschalen
  • feedback en suggesties te geven, door bij gemaakte opdrachten te wijzen op sterke punten en verbeterpunten

Als je als leraar AI wil inzetten, moet er altijd een goede afstemming zijn tussen het doel, de leeractiviteiten en de toets. Verander je bijvoorbeeld iets in leeractiviteiten, dan moet de toetsing daar ook op worden aangepast.

Wat is constructieve afstemming? 

Constructieve afstemming houdt in dat alle onderdelen van het onderwijsproces – zoals leerdoelen, leeractiviteiten en beoordelingsmethoden – nauw op elkaar worden afgestemd. Deze drie elementen ondersteunen en versterken elkaar, zodat leerlingen effectief leren en hun leerdoelen behalen.

  • Tip 3: Herontwerp de manier van toetsing

    Scholen merken nu al dat bepaalde toetsvormen met de komst van AI ter discussie staan. De afgelopen tijd is er veel aandacht uitgegaan naar leerlingen die AI-inhoud zonder goedkeuring kopieerden en het presenteerden alsof zij deze zelf hadden geschreven. Er zijn weliswaar detectietools, maar die kunnen valse uitkomsten geven. Het is daarom belangrijk om met leerlingen in gesprek te gaan als de leraar fraude vermoedt.

Leraren en leerlingen moeten weten wanneer én hoe zij AI kunnen gebruiken om toetsen te maken en opdrachten uit te voeren. Belangrijk daarbij is dat leraren hun eigen toetspraktijken en verwachtingen onderzoeken om de kans op plagiaat te verkleinen. Wanneer is AI wel toegestaan en wanneer niet? Kies bijvoorbeeld voor één van de volgende niveaus bij het uitzetten van een opdracht:

  • Niveau 1: Geen AI. Deze opdracht moet volledig zonder AI gemaakt worden.
  • Niveau 2: Idee/structuur. AI mag gebruikt worden om ideeën op te doen of om structuur te vinden. De ingeleverde opdracht mag geen AI bevatten.
  • Niveau 3: Bewerken. AI mag gebruikt worden om de opdracht te verbeteren en te bewerken. AI mag geen nieuwe inhoud creëren. Eigen origineel werk moet worden toegevoegd.
  • Niveau 4: Aanvullen. AI mag gebruikt worden om delen van de opdracht te maken. Het moet duidelijk worden aangegeven waar dit gebeurt.
  • Niveau 5: Volledig AI. De technologie is vrij te gebruiken bij het genereren van teksten en andere producten. De leerling hoeft in principe niet expliciet aan te geven welk deel van het eindproduct afkomstig is van AI.

Vooral bij niveau 5 is de vraag: hoe ga je uitkomsten en opdrachten beoordelen als je het gebruik van AI vrijgeeft? In dat geval zal een AI-gegenereerd antwoord meestal onderdeel zijn van een bredere opdracht, waarbij niet alleen het eindproduct wordt getoetst, maar ook de ontwikkeling van (andere) kennis en vaardigheden bij de opdracht.

Bij toetsing op niveau 5 kun je dan denken aan:

  • Toetsing in een persoonlijke context, bijvoorbeeld via een mondelinge toelichting op het product dat (deels) door AI is geproduceerd.
  • De leerling kritisch laten nadenken over de kwaliteit en bruikbaarheid van een AI-gegeneerde oplossing. AI begrijpt vaak de context van een probleem niet, de mens wel.
  • Een eerste opdrachtuitwerking via AI, waarna leerlingen deze beoordelen, verbeteren en daar verslag over uitbrengen.

Onderdeel van de ‘Handreiking AI voor scholen’

Deze online handreiking helpt scholen om bewuste en verantwoorde keuzes te maken over het gebruik van artificial intelligence. Je vindt er verschillende artikelen met tips en verdiepende informatie over AI.

De onderwerpen waarover wij publiceren