- Uitleg
- |
- Artificial intelligence
- |
- po
- vo
Zo beïnvloedt AI het onderwijs en het curriculum
Met de komst van AI rijst ook de vraag of leerlingen nog leren wel leren wat ze moeten leren. Als school ga je waarschijnlijk je onderwijsprogramma aanpassen of ben je daar al mee bezig. Of misschien zijn leraren al enthousiast aan de slag met tools voor generatieve AI, zonder dat je precies weet waar ze mee experimenteren. Bij het ontwikkelen en vernieuwen van je onderwijs en curriculum komen veel zaken kijken die het leerproces mede beïnvloeden. Wat is hierbij de rol van AI en hoe kun je hier op een school richting aan geven?
Door Michel Cents
In dit artikel kijken we naar verschillende onderdelen van het curriculaire spinnenweb van SLO. Het spinnenweb brengt de onderdelen van het leerproces en hun samenhang in beeld.
Het curriculaire spinnenweb
Het curriculaire spinnenweb zet de onderwijsvisie centraal. Idealiter vormt de visie de basis; deze raakt alle negen onderdelen eromheen: leerdoelen, leerinhoud, leeractiviteiten, docentenrollen, bronnen en materialen, groeperingsvormen, leeromgeving, tijd en toetsing. De onderdelen hebben uiteraard ook onderling verbanden. Zo moet de leerinhoud passen bij je leerdoelen en bij de manier waarop je dit uiteindelijk toetst.
AI is een nieuwe factor van belang die bij elk van de onderdelen een rol kan spelen en die het onderwijs gaat veranderen.
Centraal: de visie
De onderwijsvisie is het startpunt bij sturen, aanpassen en vernieuwen van je onderwijs. De uitdaging is: hoe bereid je leerlingen voor op een maatschappij vol met AI? Wat betekent het voor je onderwijs? Een deel van je onderwijsprogramma staat vast vanuit curriculumeisen, een deel kun je als school zelf invullen. Nu is het bijzondere van AI dat het niet zomaar een onderwerp is dat je behandelt in je onderwijs: het beïnvloedt zélf het onderwijs. Wat gaat AI doen, in vormende zin, met leraren en leerlingen en wat betekent het voor de praktijk? Wat willen we dat leerlingen zeker meekrijgen over AI? Het is belangrijk tijd en aandacht te besteden aan dit soort vragen, zonder al te veel gedreven te worden door de waan van de dag.
Leerdoelen en leerinhoud
AI gaat leerdoelen en de inhoud van bijvoorbeeld lesmateriaal op drie manieren beïnvloeden:
Digitale geletterdheid wordt onderdeel van het curriculum
Op dit moment is digitale geletterdheid nog geen verplicht onderdeel van het curriculum. De conceptkerndoelen staan vast, hoewel ze nog niet definitief zijn. Dát ze onderdeel worden van de leerdoelen in het primair en voortgezet onderwijs, daarover bestaat weinig twijfel. Overigens is nog de vraag of het een echt los vak wordt of dat de leerdoelen worden verweven in andere vakken en bijvoorbeeld burgerschaplessen.
Conceptkerndoel 5: digitale geletterdheid
- Primair onderwijs: ‘De leerling verkent hoe AI-systemen werken.’
- Voortgezet onderwijs: ‘De leerling verkent de mogelijkheden en beperkingen van AI.’
Zie voor de verdere uitwerking de conceptkerndoelen van digitale geletterdheid van SLO.
Scholen zijn al steeds meer bezig om de kennis en vaardigheden rond digitale geletterdheid te verweven in hun onderwijs. Met de aanstaande curriculumvernieuwing zullen scholen dus ook AI – en met name het gebruik van generatieve AI – een vaste plek geven in de onderwijsstof. Het betekent dat leerlingen (en dus ook leraren) bijvoorbeeld moeten weten wat AI is, hoe het werkt, welke toepassingen er zoal zijn, wat het kan betekenen voor de maatschappij en welke risico’s eraan kleven.
AI wordt onderdeel van andere vakken
De manier waarop we communiceren, de manier waarop we ons uitdrukken in de Nederlandse of Engelse taal, de manier waarop we berekeningen maken met behulp van de computer, hoe we kunst creëren of leren programmeren: dit zijn voorbeelden van vaardigheden die veranderen als gevolg van kunstmatige intelligentie. Leerlingen gebruiken nu al generatieve AI en scholen experimenteren hier ook mee, bijvoorbeeld met een programma als Midjourney voor het creëren van beelden. De technologie heeft daarmee invloed op de lesstof van bestaande leerlijnen en roept ook hier de vraag op: wat vinden we dat leerlingen moeten leren en hoe?
Vrije ruimte kan worden benut voor AI-onderwijs
Scholen kunnen een deel van de onderwijstijd naar eigen inzicht invullen. Dit geeft hun de ruimte om accenten te leggen op bepaalde kennis, vaardigheden en vorming die passen bij de visie van de school. Binnen die ruimte kunnen scholen ook extra aandacht geven aan nieuwe technologie en kunnen ze leerlingen voorbereiden op een samenleving waarin AI alomtegenwoordig zal zijn.
Leeractiviteiten, docentenrollen, bronnen en materialen
Wat kan AI gaan betekenen voor andere onderdelen van het curriculaire spinnenweb? We bespreken kort enkele belangrijke AI-aspecten die raken aan leeractiviteiten, docentenrollen en het gebruik van bronnen en materialen.
Adaptieve lesmethodes
Als aanvulling op de instructie van docent worden vaak digitale adaptieve leermiddelen gebruikt. Dat gebeurt nu al in de klas. Deze traditionele kennissystemen bevatten ook een vorm van kunstmatige intelligentie. Ze stemmen de moeilijkheidsgraad van opgaven af op het niveau van de leerlingen en geven direct feedback. Dit stelt elke individuele leerling in staat om op eigen tempo en niveau te leren en daarmee het leerproces te differentiëren.
Deze systemen halen bepaalde (nakijk)taken weg bij de leraar dat geeft meer tijd om andere lestaken uit te voeren. Wel is het goed te kijken naar de gevolgen van de professionele handelingsruimte van een leraar. Een adaptief systeem ‘dwingt’ leerlingen immers om op een bepaalde manier antwoorden te geven. Als een leraar daarbij enkel via het dashboard van het systeem kijkt naar meetbare prestaties, kan dat een eenzijdig beeld geven; de leraar moet altijd alert blijven op andere, pedagogische signalen en het AI-systeem gebruiken als ondersteuning. Dit komt ook naar voren uit de publicatie ‘Krassen op het dashboard’, met bevindingen van onderzoek naar de invloed van adaptieve leersystemen op de professionele ruimte van leraren.
Deze systemen zullen zich verder ontwikkelen, bijvoorbeeld met de integratie van chatbots en op langere termijn met meer (generatieve) AI-toepassingen.
AI-tutor dankzij generatieve AI
Nog volop in ontwikkeling, maar zeker niet ondenkbaar voor het onderwijs: de AI-tutor. Hier wordt al veel mee geëxperimenteerd. Dankzij de opkomst van generatieve AI wordt het mogelijk iedere leerling een persoonlijke tutor aan te bieden. De mogelijkheden zijn in potentie enorm. AI-tutoren kunnen:
- leerlingen aan het denken zetten over een vraagstuk
- leerlingen verbanden laten leggen met de eigen leefwereld
- fouten ontdekken en deze naar leermogelijkheden vertalen
- vragen stellen om het begrip van leerlingen vast te stellen
- complexe onderwerpen naar simpele denkstappen omzetten om deze stap voor stap uit te leggen
Leerlingen kunnen kortom zelfstandiger en meer naar eigen behoefte en voorkeuren gaan leren. De AI-tutor wordt daarmee een extra actor in het onderwijsproces; dat hoeft het voor de leraar niet per se eenvoudiger te maken. Als een AI-tutor onderwijstaken overneemt, wordt de actieve betrokkenheid van leraren nog belangrijker. Leraren hebben immers kwaliteiten die AI-tutoren missen, zoals pedagogische sensitiviteit, didactische tact en het inspelen op specifieke en onverwachte situaties. Ook hier geldt dat AI het leerproces moet ondersteunen, maar dat de (vak)docent uiteindelijk beslissingen neemt.
Tot slot kan AI het leven voor de docent ook gemakkelijker maken, als deze een persoonlijke AI-onderwijsassistent krijgt.
Onderzoek naar AI-toepassingen
Wat de AI-tutor precies betekenen voor het onderwijs in toekomst, is nog niet helder. Dat geldt voor veel ontwikkelingen op het gebied van AI. Er zijn veelbelovende experimenten, maar er is ook nog veel onderzoek nodig. Het Nationaal Onderwijslab AI (NOLAI) doet veel onderzoek naar AI-toepassingen in het onderwijs.
AI neemt denkstappen over
Een toepassing zoals ChatGPT kan een leerling helpen, bijvoorbeeld bij het maken van een tekst of het bedenken van ideeën. Generatieve AI geeft zeer geloofwaardige resultaten. Zeer behulpzaam dus, maar het roept ook nieuwe vragen op. Ten eerste is zo’n chatbot ook te gebruiken om geautomatiseerd teksten te maken. Die hoeft een leerling niet meer zelf te produceren. Wat heeft hij of zij dan geleerd? Leerlingen kunnen in de problemen komen doordat generatieve AI denkstappen van hen overneemt, die wél belangrijk zijn voor hun eigen ontwikkeling.
Ten tweede kloppen de resultaten niet altijd. ChatGPT kán onzin uitkramen. Maar de output van generatieve AI kan zo geloofwaardig zijn dat leerlingen blind vertrouwen op de uitkomsten. Zij hebben daarom nog wel bepaalde vaardigheden nodig om ChatGPT of een vergelijkbare chatbot goed toe te kunnen passen. In AI-onderwijs moeten dus ook vragen terugkomen zoals: hoe beoordeel je de uitkomst van ChatGPT en andere generatieve AI-tools? Hoe leer je hier kritisch naar kijken? Hoe word je zélf beïnvloed door het gebruik van AI?
Leermaterialen
AI biedt scholen ook kansen om het aanbod aan leermiddelen te vergroten. Naast bestaande lesmethoden van uitgeverijen en open leermaterialen als Wikiwijs, kunnen leraren met behulp van door AI gegenereerd lesmateriaal eenvoudig zelf materialen maken. Dankzij AI krijgen zij dus een nieuwe tool in handen.
Groeperingsvormen, leeromgeving en tijd
Artificial intelligence kan op verschillende niveaus invloed uitoefenen op lesvormen en groeperingsvormen, leeromgevingen en (les)tijden. Als school kun je nu al de vraag stellen: zijn onze traditionele lesomgevingen en lestijden nog passend bij wat een leerling nodig heeft of kunnen we dit aanpassen?
Tijd- en plaatsonafhankelijk leren komt steeds meer binnen bereik dankzij nieuwe technologie. Nu al zijn online leeromgevingen beschikbaar waar leerlingen 24 uur per dag lesmateriaal kunnen bekijken, opdrachten kunnen inleveren en kunnen samenwerken. Wat als die leeromgevingen met behulp van AI interactiever kunnen worden?
Als AI zich nog iets verder ontwikkelt, kan zij meehelpen om bijvoorbeeld flexibelere roostering mogelijk te maken. Daardoor kunnen leerlingen leren op tijden die beter aansluiten bij hun situatie. Met de juiste input kan AI ook voorstellen doen voor nieuwe groepssamenstellingen. AI helpt dan om leerlingen met vergelijkbare leerniveaus, leertempo’s en interesses samen te laten leren.
Toetsing
Wat is het leerdoel dat de leraar voor ogen heeft, welke leeractiviteiten en leermiddelen passen daarbij en hoe toets je of je de leerling het lesdoel heeft behaald? De komst van vooral generatieve AI kan de schoolafspraken over toetsing en beoordeling veranderen. Maar het kan ook de waardering van wat leerlingen leren veranderen. Hierbij gaat tot nu toe veel aandacht uit naar applicaties die fraude en plagiaat kunnen detecteren. ChatGPT en andere vormen van generatieve AI vragen echter een bredere kijk. Met ook hier weer de vraag: leren leerlingen nog wat ze moeten leren? Als dat verandert door de komst van AI, dan is de volgende vraag: hoe leiden die veranderde leerdoelen tot andere leeractiviteiten én andere vormen van toetsing?
Onderdeel van de ‘Handreiking AI voor scholen’
Deze online handreiking helpt scholen om bewuste en verantwoorde keuzes te maken over het gebruik van artificial intelligence. Je vindt er verschillende artikelen met tips en verdiepende informatie over AI.